Good food in the Big Apple
Toen ik aankwam in mijn New Yorkse dorm was het eerste dat ik deed de weg naar de grocery store zoeken om aldaar wat ingrediënten voor mijn zeer verdiende avondmaal aan te schaffen. Slaperig door de jetlag liep ik door de winkel op zoek naar de groentes. Deze zagen er heerlijk fris uit, ze werden continu gedoucht, en ik besloot meteen een voorraadje paprika’s, tomaten, sla en broccoli mee te nemen. Bij de kassa werd ik ruw gewekt uit mijn slaperige toestand: het kassaschermpje liet in kraakheldere cijfers zien dat ik de caissière meer dan 80 dollar verschuldigd was. Het moge duidelijk zijn, groente is duur, heel duur.
Na deze ervaring ben ik gaan letten op de New Yorkse studenten en hun manier om aan eten te komen. Het antwoord is via de fietsende bezorgers. Elk restaurant in Manhattan kent een bezorgservice en daar wordt dan ook goed gebruik van gemaakt. Nu ik twee weken in mijn dorm verblijf heb ik mijn drie huisgenoten nog nooit een pan zien aanraken, de bezorgers zijn inmiddels wel goede bekenden net als de stapels lege warmhouddozen, deksels en sauskuipjes. Eeuwig zonde, want naast de welbekende fastfoodketens die een werkelijk misselijkmakende lucht door de stad verspreiden, is er heel goed eten in New York. Met mijn nog maar twee weken tellende ervaring in New York heb ik heel wat leuke eettentjes gevonden. Een van mijn eerste restaurantervaringen was in een echte Amerikaanse diner die je het gevoel gaf in een film terecht te zijn gekomen. In de nu gentrificerende wijk Williamsburg heb ik tussen de nog niet in skinny jeans geklede hippe bevolking een enorme cheeseburger weggewerkt die nog lekker smaakte ook.
Een echte vinding is Chinatown, waar de meerderheid van de bevolking nog altijd van Chinese komaf is en de voertaal eveneens Chinees blijkt te zijn. De wijk wordt gekenmerkt door een heel New Yorkse bouwstijl, met daarin heel Chinese restaurants en vooral groente- en viswinkeltjes. Daarnaast floreert de markt in gedroogde goederen. De prijzen voor vers eten liggen hier stukken lager. Precies dezelfde bak aardbeien die bij mijn supermarkt op de hoek 5 dollar kost, bleek aldaar 2,50 te bedragen. Een andere heel interessante wijk op voedselgebied is Little Korea. De wijk is welvarender dan Chinatown en ligt ongeveer naast het enorme warenhuis Macy’s. In de Koreaanse variant van een snackbar heb ik mij onbekende groentetaartjes, loempia’s van zeewier en dumplings verorberd.
Een totaal andere ervaring was het dineren in de Rainbowroom, het restaurant op de 65ste verdieping van Rockefeller Center. Met een prachtig uitzicht over de stad krijg je het lekkerste eten geserveerd. Het restaurant is überchique, wat vreemd genoeg vooral duidelijk werd door de verzameling bontmantels in de garderobe en de restrooms: een velours vertrek, met een bank in het midden en marmeren kaptafels.
Wat in het straatbeeld opvalt zijn de vitaminepillenwinkels. Met schreeuwende uithangborden worden mensen verleid om hun portie vitamine B, C, D, E, zink en wat al niet meer te halen. In de keukenkastjes in mijn appartement staat naast de voorraad dozen cereals een grote hoeveelheid potten vitaminepreparaten. Wanneer je deze met water mengt ontstaat er een soort doorzichtige gel, met of zonder pitjes, die je kunt opdrinken. Amerikanen beschouwen hun gezondheid als een groot goed.
Onmogelijk om over te slaan is de onafscheidelijkheid van de New Yorker met zijn take-a-way coffee. En dan natuurlijk niet de gewone koffie, maar nee, de white choclate tall of een frozen crispy java moccachino. De Starbucks is verreweg de populairste keten, met een zeer doortrapte marketingstrategie. De onpersoonlijkheid van de keten wordt weggenomen doordat op iedere beker een stikker wordt geplakt met jouw naam erop, wat overigens veel hilariteit oplevert met een voor Amerikanen onbegrijpelijke naam. In plaats van een cinnamon winter tall coffee, is het jouw cinnamon winter tall coffee.
Naast dat opvalt wat er allemaal wél is in New York, valt ook sterk op wat er niet is. De New Yorker met een hotdog of hamburger in zijn hand is zeer zeldzaam. Ik zou haast durven zeggen dat er in New York niet veel meer fastfoodketens zijn dan in Amsterdam. Als nieuwe New Yorker heb ik wel een hotdog geprobeerd en laat ik het subtiel formuleren, ik begrijp waarom ik niemand met die dingen in zijn hand zie. Daarnaast zijn de bagelkraampjes die ik verwachtte amper in het straatbeeld terug te vinden.
New York heeft dus heel wat te bieden op het gebied van voedsel. Mij valt het echter vooral op dat de stereotypen die ik had over Amerikaans eten in de praktijk heel erg blijken mee te vallen. In bijna alle winkels is zelfs vegetarisch en organic food verkrijgbaar. Dus voor eenieder die de Amerikaanse keuken als belemmering voor een trip naar NY zag, kom gerust, het is hier geweldig!