Beeldreportage: Ziende blind
Schaduwtrap
“Soms leken oppervlakken of objecten op te doemen, vlak bij hem te zijn, wanneer ze nog een heel eind weg waren; soms raakte hij in de war van zijn eigen schaduw (het hele idee van schaduwen, van objecten die licht tegen houden, was hem een raadsel) en bleef hij staan, of struikelde hij of probeerde hij eroverheen te stappen. Vooral trappen vormden een speciaal gevaar , omdat hij alleen maar een wirwar, een plat vlak, van evenwijdige en kruisende lijnen zag: hij kon ze niet zien als massieve driedimensionale objecten die in de ruimte naar boven of naar beneden gingen.”1
Neuroloog Oliver Sacks beschrijft hier een patiënt die als kind bijna volledig blind was geworden en dertig jaar later na een operatie weer kon zien. Zijn ogen konden aardig ‘zien’ maar wat hij zag had geen samenhang; hij kon niet wijs worden uit wat hij zag.
Kat en hond
“Slechts een detail, ofschoon het onbeduidend mag schijnen, zal ik vermelden: daar hij reeds dikwijls was vergeten welke de kat en welke de hond was, schaamde hij zich het te vragen, maar men nam waar dat hij de kat ving, die hij gevoel kende en haar bestendig bezag, dan neerzette, zeggende; zo, poes, een andere maal zal ik u herkennen. Wanneer hem gezegd werd wat dingen waren sloeg hij ze zorgvuldig gade, opdat hij ze zou herkennen; hij leerde (naar eigen zeggen) op een dag eerst duizend dingen kennen en vergat ze daarna weer.”2
Chirurg William Cheselden (1688-1757) was de eerste die erin slaagde mensen het gezichtsvermogen terug te geven door een oogoperatie uit te voeren. In dit tekstje beschrijft hij het gedrag van een van zijn patiënten.
Boven blauw
Als het bovenste van wat ik zie blauw is, zal dat de lucht wel zijn
In De man die zijn vrouw voor een hoed hield3 beschrijft neuroloog Oliver Sacks een aantal gevallen van agnosie. Mensen die lijden aan agnosie kunnen geen voorwerpen herkennen. Of ze kunnen geen gezichten ‘zien’; elk gezicht valt in losse onderdelen (voorwerpen) uiteen. Met de ogen van deze personen is vaak niets mis, maar ze weten niet wat ze zien. Een kopje wordt niet alleen niet herkend als kopje, maar zelfs niet als iets dat hol is en een vloeistof kan bevatten. En wat blauw is, en boven, is wellicht de lucht.
2012 © Yavanne van Tiggelen. Courtesy van de kunstenaar.
Noten
1. Oliver Sacks, Een antropoloog op mars, zeven paradoxale verhalen. Ned. vert. Amsterdam: Meulenhoff, 1995, p. 297.
2. Oliver Sacks, Een antropoloog op mars, zeven paradoxale verhalen. Ned. vert. Amsterdam: Meulenhoff, 1995, p. 269.
3. Oliver Sacks, De man die zijn vrouw voor een hoed hield, Ned. vert. Amsterdam: Meulenhoff, 1986.
Illustrator en filosoof Yavanne van Tiggelen maakte op verzoek van Blind illustraties bij door haarzelf geselecteerde citaten van de bekende neuroloog Oliver Sacks over de ervaringen van zijn patiënten. De illustraties geven ons letterlijk een beeld van de ondoorgrondelijke werkelijkheid die Sack’s patiënten omringd, waarin het bekende onbekend en onherkenbaar is.
Meer informatie over Yavanne van Tiggelen en haar werk is te vinden op haar website www.yavantig.nl.