Netwerken van interdisciplinariteit
Het thema ‘netwerken’ leent zich bijzonder goed voor een interdisciplinaire benadering, zoals duidelijk blijkt uit dit nummer van Blind. De artikelen geven een interdisciplinair perspectief op netwerken in verscheidene disciplines, en laten zien dat onderzoek naar complexe netwerken een inherent interdisciplinaire aangelegenheid is. Maar dit perspectief is ook om te draaien: het thema ‘interdisciplinariteit’ is eveneens uitstekend te analyseren door het in een netwerkperspectief te plaatsen.
Eén van de manieren waarop men dit heeft aangepakt is door het verzamelen van citatiedata. Wetenschappelijke publicaties bouwen vrijwel altijd voort op eerder onderzoek, door te verwijzen naar verwante artikelen van andere wetenschappers. Deze citaties vermelden behalve de auteursnamen ook het tijdschrift waarin het werk waarnaar wordt verwezen is gepubliceerd. Dit soort gegevens zegt daarmee iets over de relatie tussen wetenschappelijke tijdschriften. Aangezien een tijdschrift gewoonlijk artikelen binnen een bepaalde discipline publiceert, is het met citatiedata ook mogelijk de verbintenis tussen verschillende disciplines in kaart te brengen. Dit alles is te visualiseren in een netwerk, waarmee er als het ware een afbeelding van samenwerking in de wetenschap ontstaat.
Bollen et al. (2009) hebben met een vergelijkbare methode het onderstaande netwerk weten te creëren (figuur 1). Het voornaamste verschil is dat hun data niet berustte op citaties, maar op het leesgedrag van bezoekers aan online databases van wetenschappelijke tijdschriften. Desondanks blijft het principe intact: het web van relaties tussen disciplinaire tijdschriften biedt inzicht in de structuur van interdisciplinaire samenwerking.
Figuur 1. Netwerk van relaties tussen wetenschappelijke tijdschriften in verschillende disciplines. Door Bollen et al. (2009), beschikbaar onder de Creative Commons Attribution licentie.
In figuur 1 stelt elke cirkel een tijdschrift voor. Hoe groter de straal van de cirkel, hoe belangrijker het tijdschrift is in deze dataset. De kleuren corresponderen met de vakgebieden waartoe artikelen in het tijdschrift behoren (geel: maatschappijwetenschappen, wit: geesteswetenschappen, rood: geneeskunde, etc.). De aanwezigheid van een verbinding tussen twee tijdschriften geeft aan dat beiden in één sessie door een gebruiker gelezen zijn. Hoe kleiner de lengte van deze verbindingen, hoe groter de verwantschap tussen twee tijdschriften. Van de clusters van tijdschriften die zo ontstonden is waar mogelijk het onderwerp aangegeven.
Het wetenschapsnetwerk in figuur 1 heeft een aantal opvallende kenmerken. Bollen et al. (2009) merken op dat het netwerk de structuur van een wiel volgt, dat globaal is op te delen in drie verschillende stukken. De ‘as’ van het wiel bestaat uit een grote kern van tijdschriften uit de maatschappij- en geesteswetenschappen (geel, wit en grijs). De ‘band’ van het wiel wordt gevormd door connecties tussen tijdschriften die publiceren over natuurwetenschap (rood, groen en blauw). In tegenstelling tot de ‘as’ van het wiel zijn in de natuurwetenschappen wel duidelijk verschillende disciplines te ontdekken: de ‘band’ loopt met de klok mee van schei- en natuurkunde (blauw en roze) via de levenswetenschappen (groen) naar geneeskundig onderzoek (rood). Deze twee delen zouden vrij strikt van elkaar gescheiden zijn, ware het niet dat de ‘spaken’ van het wiel de natuurwetenschappen met de maatschappij- en geesteswetenschappen in verbinding stellen. Daar bevindt zich een aantal interdisciplinaire vakgebieden die zowel exacte als sociale wetenschappen vertegenwoordigen.
Deze analyse van wetenschappelijke disciplines door Bollen en collega’s riep de vraag op hoe het gesteld is met interdisciplinariteit bij Blind. Interdisciplinariteit staat in alle nummers natuurlijk op de voorgrond, maar hoe haken de disciplines die in de artikelen geïntegreerd worden nu precies in elkaar? Deze en andere vragen inspireerde ons tot het maken van een eigen netwerk, waaruit de structuur van interdisciplinariteit bij Blind naar voren komt.
In plaats van citatiedata of leesgedrag van bezoekers, ligt het voor de hand dit netwerk te baseren op het onderwerp van artikelen. Elk artikel in Blind wordt voorzien van tenminste twee onderwerpen die in dat stuk centraal staan. We hebben geteld hoe vaak alle mogelijke paren van onderwerpen binnen de artikelen voorkomen. Deze data leidden uiteindelijk tot de onderstaande visualisatie van de relatie tussen onderwerpen in Blind (figuur 2).
Figuur 2. Netwerk van relaties tussen de verschillende onderwerpen van artikelen in Blind, gebaseerd op data van nummers 1 tot en met 23. Gemaakt met het visualisatieprogramma Tulip.
Bij elk knooppunt in het netwerk is vermeld welk onderwerp erbij hoort. De grootte van de bol neemt toe naarmate er vaker over het desbetreffende onderwerp is geschreven. De kleuren geven het veld aan waar een onderwerp toe behoort (groen: levenswetenschappen, rood: geesteswetenschappen, blauw: exacte wetenschappen, geel: maatschappij- en gedragswetenschappen, paars: kunst, bruin: niet-wetenschappelijke disciplines, grijs: overig). Als twee onderwerpen ooit samen zijn voorgekomen in één artikel is er een lijn tussen de corresponderende knooppunten getrokken. De onderwerpen met de meeste verbindingen zijn in het midden geplaatst. Daarnaast geldt: hoe korter de verbinding tussen twee onderwerpen, hoe vaker ze samen voorkomen in een artikel.
Ook dit netwerk heeft een aantal eigenschappen dat meteen in het oog springt. De absolute kern van het netwerk lijkt gevormd te worden door het kwartet filosofie, psychologie, biologie en sociologie. Daaromheen bevindt zich een ring van onderwerpen die een kleiner aantal verbindingen hebben, en helemaal aan de buitenkant zijn de onderwerpen met slechts een handjevol connecties terug te vinden. De status van één onderwerp in het bijzonder blijkt nogal schrijnend: scheikunde heeft slechts één vermelding en staat niet in relatie tot een ander onderwerp. Vergeleken met het netwerk van Bollen et al. (2009) lijken de disciplines in het Blind-netwerk minder gefragmenteerd. Er zijn wel clusters terug te zien van onderwerpen uit bijvoorbeeld de exacte wetenschappen (blauw), maar over het algemeen lopen de kleuren nogal door elkaar.
Natuurlijk is de vergelijking met de figuur van Bollen en collega’s niet erg hard te maken, gezien de grote verschillen in methoden, schaal en aard van de dataset. Ook is het visualiseren van dit soort netwerken een complexe wiskundige aangelegenheid, waar nog veel meer aan te rekenen en over te zeggen valt. Zeker is in elk geval dat dit soort datastructuren zeer fraaie plaatjes opleveren. En juist uit die wirwar van kleurige cirkels en lijnen spreekt, ook zonder de ingewikkelde theorie eromheen, het vertrouwen dat het best goed zit met interdisciplinariteit bij Blind.
Noten en/of literatuur
Bollen J., H. van de Sompel, A. Hagberg, L. Bettencourt, R. Chute, M.A. Rodriguez en L. Balakireva, “Clickstream data yields high-resolution maps of science”, in: PLoS ONE, 4, 3, e4803, http://www.plosone.org/article/info:doi/10.1371/journal.pone.0004803 (22 juli 2010).
Leon Reteig is redacteur bij Blind en volgt de interdisciplinaire bachelor Bèta-gamma aan de Universiteit van Amsterdam, met psychobiologie en filosofie als hoofdrichtingen.