In dit artikel gaat Erik van Wensen in op de fascinerende categorie aandoeningen waarbij elke behendigheidssport zijn of haar ‘yips’ lijkt te kennen.
Lees verderDe derde editie van het Diagnostic and Statistical Manuel of Mental Disorder (DSM) luidde een verandering in het denken over angst in de psychiatrie. Tot die tijd werd angst als een weliswaar belangrijk, maar toch weinig specifiek verschijnsel gezien. Vanaf de derde editie van de DSM veranderde er iets in deze praktijk. Angst werd steeds meer als op een zichzelf staand verschijnsel gezien. Met deze veranderingen in de diagnostiek veranderde ook het spreken over angst. Het bestaan van angst duidde voortaan op het bestaan van een stoornis of ziekte. Angst was niet langer de manifestatie van een achterliggend probleem, ze werd een verschijnsel op zich, een stoornis. Maar al deze veranderingen hadden ook een keerzijde. De vraag of de angst ook iets zegt over de persoon die er aan lijdt, raakte buiten beeld.
Lees verderIn deze column vertelt een anonieme UvA-studente haar persoonlijke verhaal over hoe zij omging met het krijgen van een DSM-diagnose. Hoe is het om de diagnoses ‘zware depressie’ en ‘angststoornis in de richting van een sociale fobie’ te krijgen? Zorgt dit voor een stigma, of helpen de diagnoses juist met het herstel?
Lees verderDe DSM helpt de psychiater op twee vlakken: intern en extern. Extern is de DSM een goed hulpmiddel om verantwoording af te leggen ten opzichte van de maatschappij, de zorgverzekeraars en de belastingbetaler over de behandeling en het recht op de behandeling die wordt gebruikt. Dit is slechts een administratieve functie. Belangrijker is misschien nog wel, hoe ik het noem, de interne functie. Het gebruik van de DSM door de psychiater als handleiding om, naast een uitgebreid psychiatrisch onderzoek, meer inzicht te krijgen in de complexiteit van de psychische afwijking en het kunnen stellen van een goede diagnose en het vinden van een passende behandeling. Dit is een conclusie die ik trek na een interview met psychiater en hoogleraar Jan Swinkels.
Lees verderOver het classificeren van psychiatrische klachten wordt stevig gediscussieerd. In dit artikel worden enkele van de belangrijkste punten uit deze discussie kritisch bekeken aan de hand van de Autistisch Spectrum Stoornis (ASS). Ook worden enkele veranderingen die voor deze stoornis voor de DSM-5 gepland staan besproken
Lees verderOm de betrouwbaarheid van diagnoses te vergroten is er een algemeen geldend classificatiemodel geïntroduceerd: de DSM. Jan Derksen laat zien waarom dit model tekortschiet bij het diagnosticeren van psychische aandoeningen. Naar zijn mening leidt de classificatie van psychische stoornissen aan de hand van symptomen tot een verschraling van het begrijpen van de dieperliggende oorzaken die ten grondslag liggen aan de stoornissen. Daarom roept Derksen op tot erkenning van de noodzaak van onderliggende theorieën voor het begrijpen, verklaren en behandelen van psychische stoornissen, en betoogt waarom juist de psychotherapeut hierbij een belangrijke rol speelt.
Lees verderDe geestelijke gezondheidszorg heeft sinds het verschijnen van de eerste DSM in 1952 een groot aantal veranderingen ondergaan. Deze vinden hun weerslag in de herziende versies. In de loop der jaren is de DSM ook steeds meer bepalend geworden voor de alledaagse praktijk. Volgens critici is er sprake van toenemende invloed en belangenverstrengeling van de farmaceutische industrie en zorgverzekeraars bij de ontwikkeling en het gebruik van de DSM. Dit artikel biedt een overzicht van deze ontwikkelingen en gaat in op de betekenis hiervan voor de praktijk.
Lees verder