Zit het verschil in seksuele beleving tussen mannen en vrouwen tussen de oren?
Het antwoord van ons seksuele brein
Om maar eens te beginnen met het gebruikelijke vooroordeel: Vrouwen zouden de emotionele wezens zijn, mannen zouden gevoelloos en tactloos zijn. De onderstaande afbeelding is dan ook een perfecte weergave van het stereotype van een vrouwelijk brein links; met een groot deel voor chocolade en winkelen.
Het brein op rechts zou een representatie moeten zijn van het mannelijk brein, waarbij het overgrote gedeelte met ‘seks’ weinig verbazing zal oproepen. Ondanks dat deze afbeelding slechts een ironie is op de werkelijkheid, zit er een kern van waarheid in de prominente rol van seks in het leven van de man. Het lijkt maatschappelijk gezien meer te worden geaccepteerd dat ‘mannen’ en ‘seks’ hand in hand gaan; terwijl ditzelfde voor vrouwen niet geldt (Averett, Benson & Vaillancourt 2008). Niet alleen rondom seks, maar ook rondom porno, masturbatie en andere seks gerelateerde handelingen heerst anno 2018 voor veel vrouwen nog altijd een taboe. Maar zijn er wel oprecht verschillen tussen mannen en vrouwen met betrekking tot bepaalde aspecten van seksueel gedrag? Om dat uit te vinden, moeten we de ironie achter ons laten en daadwerkelijk terug naar de biologische kern: ons brein.
Het volgende artikel bespreekt de mogelijke verschillen tussen mannen en vrouwen in het opwindingsproces en bij het ervaren van seksueel genot in de vorm van een orgasme.
Het begin: de staat van seksuele opwinding
Voordat je seks hebt of wilt hebben, voel je eerst opwinding. Het lijkt erop dat er sekseverschillen bestaan in hoe vrouwen of mannen reageren op seksuele stimuli. Mannen neigen sneller een seksuele component te zien in stimuli die doorgaans als neutraal worden bestempeld, waardoor zij expliciete seksuele stimuli, zoals porno, ook sneller koppelen aan seksuele opwinding (Canli & Gabrieli 2004). Vrouwen zijn hier minder toe geneigd, ze lijken minder gevoelig voor seksuele stimuli en zijn meer afhankelijk van externe factoren om opgewonden te raken. Vrouwen zijn zich over het algemeen bewuster van de relationele component van seks. Hierbij gaat het niet puur om het vooruitzicht van seksueel genot, maar om de plot, de setting en de esthetische en literaire kwaliteiten (Wim Slabbinck in zijn artikel ‘Porno: nog altijd een mannending?’).
Dit is ook terug te zien wanneer de hersenactiviteit naar aanleiding van blootstelling aan seksuele stimuli van mannen en vrouwen met elkaar wordt vergeleken. Hieruit blijkt ook dat het opwindingsproces neurologisch gezien voor beiden anders werkt. Dat wil zeggen, de mate waarin de hersengebieden die worden geassocieerd met seksueel gedrag activeren in respons op seksuele stimuli, verschilt tussen mannen en vrouwen. Over het algemeen activeren deze hersengebieden bij mannen sterker dan bij vrouwen wanneer zij worden blootgesteld aan seksuele stimuli. Hier staat tegenover dat de hersengebieden gerelateerd aan emotionele hechting en pair bonding juist bij vrouwen consistent sterker activeren dan bij mannen. Bovendien zijn de hersengebieden die geassocieerd zijn met emotionele onderdrukking actiever bij vrouwen, wat zich laat zien in een belemmering van gevoelens van opwinding (Poeppl et al. 2016). Het lijkt er dus op dat vrouwen meer zoeken achter seksuele stimuli dan slechts fysiek seksueel genot, maar ook behoefte hebben aan intimiteit en verbinding.
Daarnaast gaat het niet alleen om het opwindingsproces zelf wat verschilt naar aanleiding van seksuele stimuli. Bij pornografische beelden worden mannen opgewonden van het geslacht waar zij interesse in hebben, terwijl vrouwen reageren op de seksuele activiteit die wordt uitgevoerd in de scènes (Chivers et al. 2007). Dit verklaart waarschijnlijk waarom de beleving van pornografisch materiaal zo verschilt tussen mannen en vrouwen.
De daad: het ervaren van seksueel genot
Wanneer het ervaren van seksueel genot wordt gedefinieerd als ‘het komen tot een orgasme’, blijkt er een behoorlijk groot orgasm gap te bestaan tussen mannen en vrouwen. Mannen komen bijna altijd klaar, terwijl dit bij vrouwen heel vaak niet het geval is (70 -75%; seksuologe Ellen Laan in NRC Handelsblad 17 november 2017). Dit komt doordat er in de meeste gevallen van seksuele interactie sprake is van geslachtsgemeenschap (ofwel penetratie, het inbrengen van de penis in erectie in de vagina). Het stimuleren van de binnenkant van de clitoris bij vrouwen leidt minder snel tot een orgasme dan wanneer er sprake is van stimulatie aan de buitenkant (de glans van de clitoris).
Omdat het komen tot een orgasme invloed heeft op het beloningssysteem in de hersenen, heeft het hebben van geslachtsgemeenschap voor mannen een meer belonende werking dan voor vrouwen. Dit hangt ook direct samen met opwinding en het ‘zin’ hebben in seks. Het beloningssysteem in de hersenen van vrouwen wordt immers minder vaak getriggerd, dus is het vooruitzicht van het hebben van seks ook direct een stuk minder aantrekkelijk.
Dit betekent niet dat mannen en vrouwen ook biologisch anders in elkaar zitten; het orgasm gap wordt slechts bepaald door hoe hun genitaliën in elkaar zitten. Bij de man bevindt het geslachtsdeel zich buiten het lichaam en is deze duidelijk zichtbaar, terwijl dit bij vrouwen juist andersom is. De clitoris bevindt zich grotendeels binnen het lichaam en is dus ‘onzichtbaar’. Biologisch gezien werken deze organen echter hetzelfde; dus wanneer zowel de man als de vrouw tot een orgasme komt zijn er geen verschillen te zien op neurologisch niveau (Georgiadis et al. 2009). Sterker nog, met betrekking tot mannelijke en vrouwelijke seksualiteit komt de hersenactiviteit tussen beide geslachten het meest overeen tijdens het orgasme.
Het naspel: conclusie
Louter biologisch gezien, verschillen vrouwen en mannen niet van elkaar, het uiteindelijke seksuele genot in de vorm van een orgasme gaat gepaard met dezelfde hersenactiviteit. Echter, het opwindingsproces en het stimuleren van de genitaliën om uiteindelijk tot een orgasme te kunnen komen, werkt bij vrouwen anders dan bij mannen. Niet alleen reageren vrouwen minder sterk op seksuele stimuli, er lijkt zich tegelijkertijd een onderdrukkende respons te voltrekken die een volledige staat van opwinding in de weg zit. Mannen raken makkelijker opgewonden, zelfs met neutrale stimuli, en zijn makkelijker te ‘belonen’ doordat zij vrijwel altijd klaarkomen met behulp van de geslachtsgemeenschap. Het verschil in seksuele beleving zit dus ʼm dus meestal niet tussen de oren, maar simpelweg tussen de benen.
Noten en/of literatuur
Averett, P., Benson, M., & Vaillancourt, K. (2008). Young women’s struggle for sexual agency: The role of parental messages. Journal of Gender Studies, 17(4), 331-344.
Canli, T., & Gabrieli, J. D. (2004). Imaging gender differences in sexual arousal. Nature neuroscience, 7(4), 325.
Chivers, M. L., Seto, M. C., & Blanchard, R. (2007). Gender and sexual orientation differences in sexual response to sexual activities versus gender of actors in sexual films. Journal of personality and social psychology, 93(6), 1108.
Georgiadis, J. R., Reinders, A. S., Paans, A. M., Renken, R., & Kortekaas, R. (2009). Men versus women on sexual brain function: prominent differences during tactile genital stimulation, but not during orgasm. Human brain mapping, 30(10), 3089-3101.
NRC Handelsblad, De-man-heeft-altijd-zin – en andere seksfabels op het hakblok, 17-11-2017
Poeppl, T. B., Langguth, B., Rupprecht, R., Safron, A., Bzdok, D., Laird, A. R., & Eickhoff, S. B. (2016). The neural basis of sex differences in sexual behavior: a quantitative meta-analysis. Frontiers in neuroendocrinology, 43, 28-43.
Slabbinck, W., (2015) Porno: nog altijd een mannending?
Merel Spaander is hoofdredacteur van Blind. Ze is afgestudeerd in Gezondheidsrecht en momenteel bezig met het afronden van haar master in Brain & Cognitive Sciences aan de Universiteit van Amsterdam.