Column: Man en macht
Ons hele leven wordt beheerst door macht. Kijk maar naar de politiek; het gaat om het zijn van de machtigste partij, maar ook om de machtigste man of vrouw binnen een partij. Eigenlijk gaat het in de politiek alleen maar om macht. Dit is goed terug te zien in de recente verkiezingen van de fractieleider van het CDA. De kandidaten waren erg vriendelijk tegen elkaar, maar streden tegelijkertijd toch om de macht binnen de partij. En wat gebeurt er bij Groen Links? De gooi naar het leiderschap van die partij door Tofik Dibi wordt algemeen gezien als een greep naar de macht, ten koste van Jolanda Sap. En toch, je hoort het woord macht nauwelijks uit de monden van de politici komen. Ze hebben het allemaal over ‘het beste’ voor de partij en, natuurlijk, voor het land. En wat dacht je van de economie, één gevecht om de macht. In 2007 is de economische crisis uitgebarsten in de Verenigde Staten door investeringen van banken in failliete hypotheken en tal van ondernemingen. Dat was al een tijdje aan de gang, maar het moest tot 2007 duren voordat duidelijk werd dat gewin van de één, zeg maar de bankdirecteur, op de lange duur ten koste moet gaan van investeerders die in goed vertrouwen hun geld bij die banken stalden. Omdat banken in feite onze hele economie bepalen, moesten de overheden met grote spoed miljarden doneren. Daarom zitten wij als machteloze burgers nu nog jaren in de misère. Ons hele leven wordt beheerst door macht, maar wat is macht eigenlijk?
Topbestuurders zoals Dominique Strauss Kahn, ex-baas van het IMF, laten goed zien wat macht zoal met een mens kan doen. Het zijn mensen met zo’n ambitie, dat ze de grenzen van hun macht opzoeken. Ze verkeren doorgaans continu onder hoge stress en dreigen dan steeds vaker de werkelijkheid uit het oog te verliezen. Met het gevolg dat ze een blinde seksverslaving kunnen ontwikkelen, daartoe uitgedaagd door vrouwen die als bijen op honing op deze machtige mannen afkomen. Onderzoek naar wat die topmannen tot dit soort oerdriften drijft, leidt in veel gevallen naar het resultaat van hogere gehaltes van het steroïde hormoon testosteron in het lichaam dan hun seksegenoten op lagere posities in de maatschappij. Dit mannelijke geslachtshormoon speelt een belangrijke rol bij seks, maar vertoont ook een hoger gehalte bij winnaars van een sportwedstrijd. Terwijl de verliezers juist een verlaging laten zien. In die zin is het dus niet vreemd dat in de sport testosteron als doping wordt gebruikt. Zo was ook het geval bij de wielrenner Floyd Landis, die na jarenlange ontkenning uiteindelijk toegaf dat hij mede daardoor de Tour de France van 2006 zou hebben gewonnen. En dan zijn er de zogenaamde manwijven in de atletiek. Vrouwen die buitengewone mannelijke prestaties verrichten waarvan ook verhoogd testosteron als de boosdoener wordt gezien. Vrouwen hebben namelijk een veel lagere testosteronspiegel in hun lichaam dan mannen. Vorig jaar mei heeft de Internationale Atletiekfederatie dan ook besloten zo’n testosteron test uit te voeren voor deelname aan mannen- en vrouwenwedstrijden. De moeilijkheid daarbij is natuurlijk dat je als vrouw bij erfelijke afwijkingen in de geslachtschromosomen ook van nature hoge testosteron gehaltes kunt hebben. Het twistpunt hierover blijft, mag je dan nog wel meedoen in een vrouwenwedstrijd?
De mens kan niet zonder macht. Sterker nog, als hoog ontwikkeld zoogdier oefent hij liever macht uit dan bijvoorbeeld de veel op mensen lijkende apen, zoals de wereldberoemde primatoloog Frans de Waal in zijn studies heeft laten zien. Wij mensen vinden het fijn om dominant te zijn, liefst als groep. Daarbij schakelen we soms ook vrienden of kennissen uit andere groepen in en zijn in die zin dus echt sociale dieren. Dat in tegenstelling tot apen, die zelden of nooit als groep tegen groep vechten. Meestal vertonen apen individueel hun dominantie, en vallen andere individuen of hooguit kleine groepen aan. Tal van hormonen zijn betrokken bij dit soort sociale processen in een groep. Ook testosteron maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Opvallend is dat de verhoogde testosteron gehalten in het lichaam bij de winnaars van een sportwedstrijd alleen maar te zien is bij een overwinning op een team van vreemden. Bij overwinning op teams van vrienden was die verhoging niet meer te zien.
Wat doet dat testosteron dan met ons? Zoals we eerder al hebben gezien, verhoogt het als mannelijk sekshormoon de geslachtsdrift. Maar ook andere typische mannelijke kenmerken worden door hoog testosteron versterkt, zoals de bovenarm spieren. Testosteron verhoogt coördinatie, motivatie en het zelfvertrouwen. Daartegenover staat dat de verliezers van een sportwedstrijd een verlaagd testosterongehalten hebben en hierdoor zoveel mogelijk van weerhouden worden om met hun winnende tegenstanders op de vuist te gaan. Ook al zien we bij voetbalwedstrijden dat dit niet altijd opgaat. Verder zou een te hoog testosterongehalte ons afweersysteem onderdrukken, wat weer gunstig is voor de verliezer met een laag testosterongehalte die bij de verwonding van het verlies die afweer juist hard nodig hebben.
In feite zijn politieke verkiezingen ook groepsprocessen om de macht te verkrijgen. In een studie werd in november 2008 het testosterongehalte bepaald in het speeksel van zo’n 200 kiezers bij de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten. Het speeksel werd tweemaal afgenomen op de avond van de verkiezingen; net voorafgaande aan de uitslag en kort nadat de uitslag bekend was. Daarbij bleek dat mannen die op de winnaar Barack Obama hadden gestemd stabiele testosteron gehaltes in hun speeksel hadden, dus geen verschil lieten zien tussen voor en na bekendmaking van de uitslag. Daarentegen was bij de mannelijke kiezers van de verliezer John McCain een duidelijke afname in testosteron te zien nadat de uitslag bekend werd gemaakt. Deze verschillen in testosteron waren niet bij vrouwelijke kiezers te zien. Testosteron is dus kennelijk betrokken bij overwinningsgedrag, iets wat ook bij fans tijdens sportwedstrijden gemeten was.
Hoge testosterongehalten hebben te maken met het zoeken naar status, asociaal gedrag en weinig edelmoedigheid, zelfs binnen een groep. Lage testosterongehalten leiden daarentegen juist tot mildere gevoelens naar de medemens en meer coöperatief gedrag binnen een groep. In feite is testosteron dus onze biologische machtsthermometer. In voor- en tegenspoed!
Wim Ghijsen is Universitair Docent bij de onderzoeksgroep Cognitieve en Systeem Neurowetenschappen van het Swammerdam Instituut van Levenswetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek is voornamelijk gericht op neurochemische processen in de hersenen. Ghijsen is nauw betrokken bij het Bachelor onderwijs Psychobiologie en is lid van tal van onderwijscommissies en –adviesorganen, waaronder de Commissie van het AMC die dierexperimenten ethisch toetst. Hij heeft regelmatig een column over Levenswetenschappen in het Swammerdam Wetenschapsprogramma van radio Amsterdam-FM op de zondagochtend. Zijn bijzondere belangstelling gaat uit naar toepassing van actuele gebeurtenissen in het onderwijs.