Zegt een beeld meer dan duizend woorden?
Het bekende spreekwoord luidt: ‘een beeld zegt meer dan duizend woorden’. Hier tegenover staat dat er voor enkele woorden soms ook vele beelden nodig zijn. Zowel woorden als beelden hebben namelijk hun mogelijkheden en beperkingen.
In het specifieke geval waarbij het gaat om bijvoorbeeld een uiterlijke beschrijving van een persoon of ding, kan een tekenaar dit veel preciezer tekenen dan een schrijver het zou kunnen beschrijven. Sommige beschrijvingen zouden namelijk in taal tientallen pagina’s kosten. Maar een schrijver heeft daarentegen weer andere mogelijkheden. Hij kan dingen beschrijven die wel beeldend zijn, maar niet te tekenen of te verbeelden zijn.
Ik zal in dit artikel eerst ingaan op de mogelijkheden van woord en beeld in onze communicatie. Ook beschrijf ik kort hoe het gebruik van woord of beeld bij een lezer of kijker kan verschillen in wat dit oproept. Vervolgens spits ik dit toe op het werk van een beeldend kunstenaar en een schrijver. Ik zal een beeldend kunstenaar voorstellen bij wie de schrijftaal wél zeer aanwezig is, maar niet op een letterlijke, leesbare wijze. Vervolgens bespreek ik een schrijver die zodanig beeldend schrijft, dat zijn taal in de verschillende zintuigen van de lezer tot beeld wordt gemaakt. Uit het werk van beiden blijkt de bijzondere wijze waarop woorden en beelden zich tot elkaar kunnen verhouden.
Communicatie
In onze visuele communicatie wordt er veel gebruikgemaakt van combinaties van tekst en beeld. Dit gebeurt met name als er sprake is van een complex voorwerp of bij een beschrijving van een ingewikkelde handeling. Als dit beeldend wordt gemaakt, kan dit duidelijkheid geven. Beeld en tekst vullen elkaar hier aan, zoals dat gebeurt in gebruiksaanwijzingen en instructies.
Daarnaast zijn beelden van belang wanneer het essentieel is te verwijzen naar de werkelijkheid. Dit hoeft geen verwijzing te zijn naar de werkelijkheid zoals wij deze waarnemen, wat eigenlijk logisch lijkt, maar het gaat dan juist om afbeeldingen van zaken die we met het blote oog juist niet kunnen zien. Een aantal voorbeelden hiervan zijn zaken die te klein of juist te groot zijn om in werkelijkheid te kunnen zien: denk aan moleculen, virussen of onderdelen van het sterrenstelsel. Een afbeelding kan dan duidelijkheid geven, ondanks dat we deze zaken nog nooit in het echt hebben gezien, of in ieder geval niet op de wijze zoals deze in beeld weergegeven worden. Bij begrippen of zaken die voor ons abstract zijn is dit een praktische wijze om er toch op een inzichtelijke manier over te kunnen communiceren.1
Effect van woord en van beeld
Tekst en beeld kunnen elkaar dus prima aanvullen, omdat ze elk hun specifieke eigenschappen hebben. Deze eigenschappen worden ook gebruikt in de beeldende kunst. Veel beeldend kunstenaars schromen niet om tekst te gebruiken in hun werk of zelfs om hun werk helemaal uit tekst te laten bestaan. Hier kunnen tekst en beeld elkaar gaan overlappen, want de tekst ís het beeld. Een belangrijke kwaliteit van beeld ten opzichte van tekst, is de visuele directheid. Beelden van tragische gebeurtenissen of juist van grote vreugde dringen direct je geheugen binnen. Deze directheid is via de taal moeilijker te benaderen. De geschreven taal is op dit gebied abstracter en dus afstandelijker.
Woord en beeld hebben een verschillende uitwerking op de toeschouwer: bij woorden zijn we geneigd om zelf beelden te vormen. Beelden nodigen juist uit om een verhaal te bedenken en om tot woorden te komen. Ook heeft beeld de mogelijkheid om de toeschouwer zeer direct te raken. Dit gebeurt in het moment van het kijken en kan zich afspelen voordat er sprake is van woorden.
Dat woorden beelden oproepen is vooral merkbaar wanneer we een boek lezen. Je ‘ziet’ de letters dan niet meer, maar je ‘ziet’ het verhaal voor je: de plaatsen en de personen. Stel dat het boek verfilmd wordt, dan krijg je plots een andere invulling van de beelden te zien. Dit kan behoorlijk conflicteren met de beelden die tijdens het lezen ontstonden. Zelfs als je je van het beeldvormingsproces tijdens het lezen niet bewust was.
Woorden scheppen dus in ieder geval de mogelijkheid om zelf beelden te vormen. Een vorm van taal, waarbij dit nadrukkelijk gebeurt is in de poëzie. Dit kan komen doordat hierbij meerdere aspecten meetellen: de klank, het ritme en de lay-out. Maar zelfs voor poëzie geldt, dat het naast beelden ook woorden oproept, omdat de schrijftaal, net als het beeld, uitnodigt tot associëren. In ons denken zijn woord en beeld onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hierdoor gaat het niet helemaal op dat woorden bij de toeschouwer leiden tot beelden en vice versa. Het is namelijk onmogelijk om deze twee zaken volledig te scheiden. Reden hiervan is dat we, om te kunnen denken, zowel woord als beeld gebruiken. Het denken is een ingewikkeld proces waarbij verschillende delen van de hersenen actief zijn en intensief samenwerken. Om te kunnen lezen zijn zowel taal- als beeldonderdelen van de hersenen noodzakelijk. Dit geldt ook voor het begrijpen van een beeld. Aan het interpreteren hiervan komen altijd woorden te pas. Zowel bij het begrijpen van tekst als van beeld zal het gehele brein geactiveerd worden.2
Taal in beeld
Beeldend kunstenaar Mark Manders maakt beeldend werk, waarin het literaire facet een belangrijke rol speelt. In eerste instantie wilde hij dan ook geen beeldend werk maken, maar had hij zich voorgenomen een boek te schrijven over een gebouw dat zou bestaan uit acht personen. In dit boek, zonder begin en einde, zouden al zijn gedachten en verlangens ondergebracht worden. Het zou volledig bestaan uit woorden. Uiteindelijk besloot Manders om deze gedachten om te zetten in beelden, in plaats van in woorden. Redenen hiervoor waren dat beelden hem meer mogelijkheden boden dan de taal. Volgens Manders is de wereld zelf complexer dan de wereld van de taal. De wereld is namelijk niet opgebouwd uit slechts woorden en zinnen. Manders raakte gefascineerd door de fysieke, beeldende verschijning van zijn gedachten. Als een gedachte in beeld wordt gebracht, komen er namelijk nog veel meer aspecten bij kijken: er kan dan sprake zijn van kleur, vorm, samenhang, lichtval en formaat. Daarbij komt dat beelden de mogelijkheid geven om gedachten zo concreet te maken dat je er omheen kunt lopen, ze van verschillende kanten kunt bekijken en ze aan kunt raken.
Volgens Mark Manders zijn gedachten gedeeltelijk visueel en gedeeltelijk talig. Beelden kunnen volgens hem zelfs zowel in taal als in beeld bestaan. Er zijn echter een aantal uitzonderingen waarbij dit niet opgaat. Dan lijkt een gedachte in eerste instantie niet realiseerbaar in beeld. Een voorbeeld hiervan is het beeld dat Manders als volgt omschrijft: ‘De nacht die naar ruimte verlangt, en die ‘s avonds, als je in een weiland staat en je schoen uitdoet, meteen in je schoen kruipt.’3
Deze omschrijving van een gedachte lijkt moeilijk om te zetten naar een ruimtelijk voorwerp. Het is dan ook in zijn dichtbundel terechtgekomen. Later pas kwam Manders tot een inzicht waardoor hij van deze gedachte wél een beeld kon maken. Hij besefte namelijk dat de nacht altijd via dezelfde ingang de schoen ingaat als je deze uittrekt. Als je de schoen helemaal dichtplakt, een nieuw gat maakt aan de voorkant en een trechterachtige constructie aan het gat bevestigt, ontstaat er op eenvoudige wijze een nieuwe ingang voor de nacht. Dit beeld krijgt later dan ook een plaats in zijn ‘Zelfportret als gebouw’. Het ziet er zelfs uit zoals het hierboven beschreven is. Hij heeft een vitrine gevuld met zand, hierin staat een schoen waarin door de neus een zwarte trechtervorm is aangebracht. De andere opening is afgeplakt met tape. Hij zegt hierover: ‘Als je ‘s nachts je schoenen uittrekt, kruipt meteen de nacht erin.’ Hij trekt zijn schoen uit om te laten zien hoe dat werkt. ‘De nacht wil overal ingaan. Dat gebeurt altijd op dezelfde manier. Zo verander ik dat.’4
Bovenstaande is een voorbeeld van een gedachte die zowel in taal als in beeld kan bestaan en in beide haar vorm heeft gekregen. De taal lag in eerste instantie dichter bij deze gedachte dan een beeldende vorm. Door verder te denken over dit beeld, in taal, kreeg Manders de mogelijkheid om dit in beeld uit te drukken. De taal bemiddelt hier als het ware tussen zijn oorspronkelijke gedachte en de uitvoering hiervan in beeld.
Mark Manders wilde oorspronkelijk een boek schrijven, maar besloot beelden te maken van zijn gedachten. Toch is er nog steeds een literair aspect voelbaar en zichtbaar in zijn werk. Je zou kunnen zeggen dat het de grondslag hiervan vormt. Een voorbeeld hiervan is op de afbeelding hieronder te zien. Vanuit de behoefte ‘iets moois te zeggen’, zoals hij dit zelf aangeeft, heeft hij gewerkt aan een opstelling van theezakjes die ook daadwerkelijk ‘iets’ lijkt te zeggen. Ondanks dat er geen letters of woorden aan te pas komen, doet het hier wel aan denken. Manders omschrijft dit dan ook als ‘een taalloos woord waar toch een gevoel uit spreekt’.5
‘ – (- / – / – / – / – ) ‘ Mark Manders (1998). Met dank aan Zeno X Gallery.
Dit beeld doet vermoeden dat de begrippen ‘woord’ en ‘beeld’ niet eenduidig zijn. Natuurlijk wordt dit in eerste instantie bekeken als beeld, er zijn immers geen letters te ontcijferen. Toch heeft dit kenmerken van zowel woord als beeld. Manders heeft het beeld behandeld als taal, zoals men omgaat met letters, woorden en zinnen, maar steeds op een beeldende manier. Het woord is beeld en het beeld is woord geworden
Beeld vanuit de taal gezien
Taal en beeld zien wij vaak als uitersten. Maar zoals uit bovenstaand voorbeeld blijkt, kan een beeld zeer ‘talig’ zijn. Daar staat tegenover dat de geschreven taal zeer beeldend kan zijn. Het is niet voor niets dat veel beeldend kunstenaars experimenteren met het visuele karakter van het schrift.
Niet alleen vanuit de beeldende kunst gebeurt er veel op de grens tussen taal en beeld, ook vanuit de literatuur is dit het geval. Kan taal net zo beeldend zijn als een beeld? Dit is waar de schrijver Peter Verhelst zich mee bezighoudt. Verhelst geeft aan dat hij een plastische taal wilt ontwerpen, een taal die beeld wordt. Door zijn zintuiglijke manier van schrijven, is zijn streven duidelijk voelbaar: hij maakt taal tot beeld, zelfs bijna tot een lichamelijke ervaring. Om een ‘beeld’ te vormen van het werk van Peter Verhelst, hieronder een fragment uit de roman Memoires van een luipaard:
Het is een van die nachten waarop de lucht even zacht is als de buik van een kat. Je buigt je voorover en je legt de vingertoppen op die woorden. Van links naar rechts. Traag blijf je die zin strelen tot de pels begint te knetteren.6
Dit is een voorbeeld van een tekst waarin Verhelst de lezer zeer sterk fysiek verbindt aan het boek. Je wordt als het ware het boek ingetrokken. Het lijkt zelfs even of je zelf midden in het verhaal, in de zinnen staat. Gewoonlijk bestaat er een wereld ín het boek en een wereld búíten het boek, hier worden deze met elkaar verbonden.
Niet alleen schrijft Verhelst op een beeldende wijze, vaak gaat het ook over de taal. Hij is in staat de taal zelf tot beeld te maken. Dit blijkt ook uit onderstaand fragment uit de roman Spierenalfabet:
Op de perkamenten doosjes stonden teksten die bijna vergeeld waren. De inkt was al zo door de tijd witgezogen dat de tekst bijna weg was. In feite vind ik het jammer dat je ze gevonden hebt. Louter theoretisch dan. Ik vind het een mooi beeld, tekst die zichzelf langzaam vergeet.7
Over het werk van Verhelst is opgemerkt dat het moeilijk te duiden of samen te vatten is. Hijzelf zegt hierover dat hij verwantschap voelt met filmregisseur David Lynch, omdat je zijn films ook nooit helemaal kunt doorgronden, maar als een beeldsensatie moet ondergaan en ook alleen via deze weg kunt waarderen. Hij benadrukt dat zowel het werk van Lynch als dat van hemzelf meer een beroep doet op het lijfelijke dan op de ordenende hersenen. Dit is ook merkbaar bij de toeschouwer die het werk waardeert, deze kan niet onder woorden brengen waar het over gaat, je kunt het alleen zintuiglijk en fysiek ondergaan. Het verhaal met haar talloze beelden ontvouwt zich tijdens het lezen.
Tot slot
Grofweg kun je stellen dat woorden en beelden verschillende mogelijkheden in zich dragen. In het overbrengen van een boodschap is het afhankelijk van de inhoud ervan of dit via woord, beeld of een combinatie hiervan gedaan moet worden. Binnen de kunst lijken deze twee zaken veel dichter bij elkaar te liggen. Dit heeft er deels mee te maken dat we in ons denken zowel woord als beeld gebruiken en dus ook beide of een combinatie hiervan als uitdrukkingsvorm kiezen.
Zowel beeld als tekst heeft uiteindelijk te maken met toeschouwers. Een tekst wordt gelezen en geïnterpreteerd. Een beeld wordt in zekere zin ook ‘gelezen’; de toeschouwer zoekt in het beeld naar aanknopingspunten. Dit zoeken naar aanknopingspunten vindt plaats doordat de toeschouwer elementen van het beeld interpreteert. Het interpreteren van deze punten is een ingewikkeld proces in de hersenen waarbij zowel tekst als beeld een belangrijke rol spelen.
Hierbij kunnen taal en beeld op verschillende wijze gedachten en associaties oproepen over het te interpreteren object. Ze beïnvloeden de wijze waarop deze interpretaties tot stand komen.
Hoe nauw taal en beeld in ons hoofd met elkaar verweven zijn, is zichtbaar en voelbaar in het werk van Mark Manders en Peter Verhelst. Verschillende beelden en installaties van Mark Manders zijn opgebouwd zoals dat ook in de taal gebeurt met woorden en zinnen. Daartegenover staat dat de verhalen en gedichten van Peter Verhelst tot een waterval van beelden kunnen leiden. De geschreven woorden en zinnen zijn tijdens het lezen net zo beeldend als het beeld zelf. Een verschil is echter wel dat de beelden van Verhelst in je hoofd ontstaan en niet fysiek aanwezig zijn.
Wat in ieder geval gezegd kan worden, is dat zowel Manders als Verhelst de grens tussen taal en beeld erg klein maken. Manders wil door middel van zijn beelden gedachten dicteren bij de toeschouwer, Verhelst dicteert beelden in het hoofd van de lezer door middel van geschreven gedachten.
Noten
1. G. Unger, Terwijl je leest, Amsterdam, 1997.
2. Gazzaniga e.a., Cognitive neuroscience: the biology of the mind, New York, 2002.
3. Mark Manders, Singing Sailors, 2003, p. 17.
4. http://www.kunstbus.nl/verklaringen/mark+manders.html.
5. Mark Manders, Singing Sailors, 2003, p. 25.
6. Peter Verhelst, Memoires van een luipaard, 2001, p. 7.
7. Peter Verhelst, Het spierenalfabet, 2004, p. 112.
I became a fan, i want more texts like this one now i’m going to study more about it very good i’m from Brazil, but i translated the text and loved it.
Congratulations on the site, also know mine:
https://strelato.com
.
Brilliant information here! Hopefully you wont stop the flow of such magical material!