Collegeverslag ‘Ethiek van DNA tot 9/11’
Woensdagavond 13 september 2006 vond het eerste hoorcollege plaats van de interdisciplinaire honoursmodule ‘Ethiek van DNA tot 9/11’. Aangekomen in de zaal viel allereerst het zeer gemengde publiek op: zowel natuurkunde- als communicatiestudenten zijn blijkbaar geïnteresseerd in ethiek. In de collegereeks, waarin steeds andere sprekers het woord voeren, was de eer van de eerste spreekbeurt voor Johan Braeckman, hoogleraar aan de UvA en verbonden aan de Universiteit Gent. Mijn eerste gedachte was: ‘Leuk een Belg!’ Op de een af andere manier vind ik de Belgische spraakwijze altijd zeer vermakelijk. Dit keer bleek dat eveneens het geval te zijn. Ook de inhoud was interessant, zij het wat inleidend (wat overigens wel handig is bij een eerste college). Een aantal aspecten die in het college aan bod kwamen zal ik hier uitlichten.
Allereerst benadrukte Braeckman dat het belangrijk is te beseffen dat moraliteit, de mogelijkheid tot goed- of afkeuring, ‘een zeer vreemd iets’ is. Het is een karakteristiek welke de mens onderscheidt van andere wezens. Verder gaf hij een tweespalt in het denken over moraliteit aan: ‘Kennen wij morele waarde toe omdat het een eigenschap van iets is, of projecteren wij deze waarde op datgene?’ Het bleek dat deze vraag nog altijd niet is beantwoord.
Braeckman vertelde hierbij een interessant verhaal over Kant, volgens wie ethiek het volgen van absolute regels is. Hierbij maakt hij een onderscheid tussen een hypothetisch en een categorisch imperatief. Het categorisch imperatief omvat regels die niet overtreden mogen worden. Een voorbeeld hiervan is liegen. Wanneer men liegt, kan men elkaar niet meer vertrouwen en dus mag men niet liegen. Volgens Kant gaat dit altijd op, terwijl we daar toch zo onze twijfels bij kunnen hebben. Stel: iemand rent je heel bang en hevig bloedend voorbij en tien seconden later vraagt een boze man met een mes of je iemand voorbij hebt zien rennen. In dit geval lijkt het toch de juiste beslissing om te liegen.
Een ander interessant dilemma dat Braeckman naar voren bracht, was hoe moraliteit te verklaren is in het idee dat er sprake zou zijn van biologische adaptatie. Wellicht is moraliteit adaptief omdat het regels verschaft in grote groepen. Toch zou men verwachten dat dit systeem vanzelf ineenstort gezien freerider-gedrag meer loont dan adaptief gedrag. Robert Trivers geeft een mogelijke oplossing. Hij geeft aan dat mensen verwachtingspatronen hebben voor het gedrag van anderen. Wanneer het gedrag van de anderen niet overeenkomt met deze verwachting wordt dit onthouden en zal er een straf volgen. Om het nut van altruïsme aan te duiden wordt het voorbeeld gegeven van een bepaald soort vleermuizen dat iedere dag een bepaalde hoeveelheid bloed nodig heeft. Wanneer een vleermuis een dag niet genoeg bloed verzamelt krijgt hij van andere vleermuizen bloed. Dit is immers het beste voor de groep aangezien iedereen wel eens een dag heeft met te weinig voedsel.
Dat mensen blijkbaar in staat zijn tot moraliteit wordt door Darwin aangegeven met de term moral sense. Dit is een basispropositie die nog verder moet worden uitgewerkt om tot een bepaald soort moraliteit te komen. Hierbij kan de analogie met taal gemaakt worden. Mensen hebben een aangeboren mogelijkheid om taal te kunnen leren, maar wat voor taal ze leren hangt af van hun verdere levensloop. Zo is het ook bij moraliteit, dat bijvoorbeeld wordt geleerd in de opvoeding of in peer groups.
Het college liep aardig uit, maar toch wilde Braeckman ons graag nog een filmpje laten zien om aan te tonen dat mensen bepaalde blinde vlekken kunnen hebben, zo ook in moreel opzicht. Twee teams zijn aan het basketballen en de opdracht luidt: tel hoe vaak het witte team de bal overspeelt. Daarna wordt gevraagd of iets is opgevallen, wat niet zo blijkt te zijn. Nu wordt het filmpje nog een keer afgespeeld en blijkt er een man met een apenpak heel rustig door het beeld te lopen.
Al met al vond ik het een interessant college. Aan de geluiden om mij heen te horen was ik niet de enige met deze mening. Het liet goed zien hoe lastig het is om het eens te worden over ethiek, gezien het subjectieve karakter ervan. Het enige punt van kritiek is dat er zoveel inhoud werd behandeld – het hier beschrevene is slechts een selectie – dat sommige punten niet of heel kort aan bod kwamen. Misschien kan Johan Braeckman nog eens terugkomen om zijn verhaal af te maken?