De ruimte in een postmoderne stad wordt ingevuld onder invloed van consumptie patronen van de mens. Daar waar de producten, het gemak en het plezier zijn, woont de stadsmens. Datgene wat geconsumeerd wordt echter, heeft haar waarde niet meer in zijn functionaliteit of realiteitszin, maar in haar betekenis. We kopen producten om hun begerenswaardige allure, om datgene wat het product en daarmee de koper van waarde maakt. Maar in een zich snel ontwikkelende cultuur waarin “life is art” een gebezigde term lijkt, raken betekenissen en hun referenten snel in de uitverkoop. Ook deze snelle betekeniswisseling is terug te vinden in het uiterlijk van de stad. Mark van Ostaijen analyseert dit gegeven aan de hand van het voornaamste voorbeeld van de postmoderne stad: Los Angeles.
Mark van Ostaijen heeft een bachelor Vrijetijdswetenschappen en de master Leisure studies afgerond aan de Universiteit van Tilburg. Hij doet nu een interuniversitair georganiseerde master, het Programme in European Urban Cultures, waarvan de Universiteit van Tilburg een van de deelnemers is.
Lees verderDe staat heeft een heel arsenaal aan middelen om controle te houden over de stedelijke ruimte. De laatste decennia heeft ze echter stedelijke vernieuwing steeds meer aan de markt over gelaten. Dit zorgde enerzijds tot enkele grote successen, maar leidde anderzijds tot de verwaarlozing van commercieel oninteressante buitenwijken. De gevolgen drongen zich op toen in 2005 in vele Franse voorsteden rellen uitbraken. Dit artikel beschouwt aan de hand van deze rellen de rol van de staat, en hoe zij stedenbouw gebruikt om de samenleving te beheersen.
Joost Lauppe studeert architectuur en civiele techniek aan de Technische Universiteit Delft.
Lees verderIn onze samenleving hebben we het vaak over de ‘publieke ruimte’ enerzijds en de ‘private ruimte’ anderzijds. Een veelgehoorde opvatting is dat het private alles bevat wat niet publiek is, en dat het publieke alles bevat wat niet privaat is. In dit artikel behandelt Rudi Visker een alternatieve opvatting en verkent hij de gevolgen die deze opvatting heeft voor het individu en de samenleving.
Rudi Visker is hoogleraar Hedendaagse wijsbegeerte aan het Hoger Instituut Wijsbegeerte van de Katholieke Universiteit Leuven.
Lees verderDe individuele beleving van de omgeving is uiterst complex. De omgevingspsycholoog probeert dit desondanks in kaart te brengen. Ronald Hamel legt uit hoe hij denkt dat de menselijke beleving van de omgeving kan werken en welke aspecten hierbij komen kijken. Bij het ontwikkelen van ruimtelijke projecten kunnen omgevingspsychologen een grote rol spelen.
Ronald Hamel werkt bij de afdeling Psychologie van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Hij geeft onderwijs op het gebied van cognitieve psychologie en omgevingspsychologie. Zijn onderzoek beslaat ook die gebieden: denken en kennisontwikkeling tijdens probleemoplossen en de beleving van de omgeving.
Lees verderHet literaire genre van de sciencefiction draait om de verwondering over technologie. Tegenwoordig echter is de technologische ontwikkeling niet meer iets verwonderlijks, maar een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijks leven. Echte sciencefiction wordt dan ook niet meer gemaakt, maar alleen nog verhalen die opgeleukt worden met ruimtepakken en spaceshuttles. We zullen op zoek moeten gaan naar een nieuwe vorm van literatuur die ons op de toekomst kan voorbereiden.
Jürgen Snoeren is als uitgever werkzaam bij uitgeverij Mynx, voorheen uitgeverij M. Zelf schrijft hij korte verhalen en heeft in 2002, 2004 en 2006 gejureerd bij de Paul Harlandprijs, de wedstrijd voor korte, Nederlandstalige sciencefiction- en fantasyverhalen.
Lees verderHet afbeelden van de ruimte op een plat vlak kent een lange geschiedenis die culmineerde in een wiskundige oplossing in het eerste kwart van de vijftiende eeuw: de perspectief. Deze werd eeuwenlang beschouwd als dé volmaakte methode om de ruimte af te beelden. Bruno Ernst laat in dit artikel, aan de hand van het werk van onder andere Escher, zien dat zo’n volmaakte methode niet bestaat.
Bruno Ernst, een pseudoniem van Hans de Rijk, heeft als leraar wis- en natuurkunde een bijzondere belangstelling voor visuele perceptie. Hij was vanaf 1956 bevriend met M.C. Escher en schreef meerdere boeken (waaronder De Toverspiegel van M.C. Escher) en een aantal artikelen over diens werk.
Lees verderIn 1884 schreef Edwin Abbott Abbott, een Engels schoolhoofd, het sciencefictionverhaal Flatland: A romance of Many Dimensions. In dit boek beschrijft de auteur op satirische wijze zowel het bestaan als de waarnemingen van verschillende ruimtelijke dimensies. Een dimensie is een meetbare extensie. Onze eigen driedimensionale wereld heeft drie meetbare extensies: lengte, breedte en diepte. De vierde dimensie is tijd; deze is wel te meten, maar verder onzichtbaar. Sebastiaan Eliëns beschrijft aan de hand van het boek Flatland de geschiedenis van (extra) natuurkundige dimensies en hoe deze binnenkort wellicht te meten zijn.
Sebastiaan Eliëns heeft de bèta-gammabachelor aan de Universiteit van Amsterdam gedaan. Hij is nu bezig met een dubbele master mathematische en theoretische fysica. Daarnaast is hij werkzaam bij De Praktijk voor het project DisWis; een onderwijsproject waarbij studenten lesgeven op middelbare scholen over grafentheorie.
Lees verderFeng shui is een Chinese filosofie van meer dan 4000 jaar oud die leert hoe de omgeving het menselijk welzijn kan beïnvloeden. Door een ruimte volgens de leer van feng shui in te richten zal er harmonie ontstaan, zodat de relatie tussen de mens en zijn leefomgeving zal worden bevorderd. Tegenwoordig wordt deze leer nog steeds toegepast in de hedendaagse architectuur. Nina Elshof beschrijft in dit artikel de geschiedenis van feng shui en het belang van het bestaan in de toekomst waarbij ze gebruik maakt van concrete voorbeelden in zowel de binnenhuis inrichting als de bouwkundige architectuur.
Nina Elshof heeft sinds 1995 een eigen adviesbedrijf. Zij heeft zich gespecialiseerd in persoonlijke woonadviezen en maakt daarbij onder andere gebruik van feng shui. Ze deed onderzoek naar de geomantische ontstaansgeschiedenis van Den Haag en ontwierp o.a. een ‘stille’ ruimte in het provinciehuis Den Bosch.
Lees verderRuimte. De grote ruimte van een concertgebouw, de kleine ruimte van een studentenkamer, de lege ruimte van het heelal, de volle ruimte van de discotheek. Iedereen kan zich bij het begrip ‘ruimte’ wel een bepaalde voorstelling maken. Wanneer we echter gaan kijken naar de puur natuurkundige benadering van ruimte zien we dat ons idee ervan in de loop van de tijd aan enorme veranderingen onderhevig is geweest. Jan de Boer neemt ons mee door de ontwikkeling van ons begrip van ruimte, van Albert Einstein tot de snaartheorie.
Jan de Boer is sinds het jaar 2000 hoogleraar theoretische fysica aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn promotieonderzoek in Utrecht deed hij eerst een Simons Fellowship aan de Universiteit van Stony Brook en daarna een Miller Fellowship aan de Universiteit van Berkeley. Zijn aandachtsgebied is de snaartheorie.
Lees verder