Type 2 Diabetes: zorgen voor of genezen van?
nze leefstijl veroorzaakt, in combinatie met erfelijke factoren, veel chronische ziekten. Het structureel veranderen van leefstijl kan dus de onderliggende oorzaak van chronische ziekten aanpakken, en de bijkomende kosten reduceren. Echter, om verschillende redenen wordt leefstijl niet als medicijn gebruikt voor chronische aandoeningen. Dit artikel legt kort uit waarom niet en gaat in op hoe het anders kan vanuit wetenschappelijk en maatschappelijk perspectief. In het artikel leggen we de nadruk op voeding als component van leefstijl en gebruiken we Type 2 Diabetes (T2D) als voorbeeld voor allerlei andere leefstijl gerelateerde aandoeningen.
Hoe zorgen we nu voor mensen met Type 2 Diabetes?
Type 2 Diabetes is een mens-omgeving interactie ziekte. Het diabetische fenotype komt tot uiting als gevolg van een opeenstapeling van omgevingsfactoren. Verkeerde voeding, te weinig beweging, slecht slapen en te veel stress veroorzaken chronische ontsteking en vetopslag op plaatsen waar dat niet hoort. Als gevolg hiervan ontsporen de stofwisseling en de bloeddruk.
De huidige zorg voor mensen met T2D corrigeert de onderliggende oorzaken van de ziekte niet en geneest de ziekte dus ook niet. Wat doet de huidige zorg wel? Ze controleert ziekteverschijnselen door biochemische paden te benvloeden, gericht op controle van de stofwisseling en de bloeddruk. Hiervoor is een groot repertoire van technologien en behandelmethoden ontwikkeld waar dokters en verpleegkundigen dagelijks uit putten. En hoewel medicamenteuze correctie van bloedglucose, bloedvetten en bloeddruk de kans op complicaties wel vermindert, blijft het risico op nier-, hart-, zenuw- of oogschade duidelijk verhoogd als de patint zijn of haar leefstijl niet verandert. Vermoedelijk blijft het risico op complicaties verhoogd, omdat het onderliggende probleem niet wordt aangepakt met medicatie.
Het aantal mensen met T2D stijgt de laatste decennia, omdat onze omgeving en ons gedrag steeds diabetogener worden. En als we dan nog wat breder naar de huidige zorg voor T2D kijken, zien we een onderneming die feitelijk te kostbaar is geworden voor de samenleving, maar met een aantal stakeholders die bij deze status-quo ofwel groot financieel voordeel hebben ofwel het noodzakelijke veranderingsproces te complex vinden.
Hoe het anders kan: genezen van Type 2 Diabetes
Om T2D te genezen, moeten we niet langer ziekteverschijnselen controleren door symptomen te onderdrukken, maar gedrag en eigen regie benvloeden. Hiervoor is het nodig om de ziekte en haar onderliggende mechanismen opnieuw te definiren, vanuit een systeemvisie op het individu (biologie) en zijn/haar omgeving. Ook moeten we leefstijl geneeskunde ontwikkelen met interventies gericht op voeding, beweging, stress, slaap en gericht op duurzame gedragsverandering. We beschrijven nu de belangrijkste bouwstenen van deze aanpak.
Herstel van flexibiliteit
Over de biologie weten we al dat er steeds meer bewijs komt dat je T2D kan omkeren, al is er nog wel discussie over de precieze definitie van omkeren: remissie of genezen. Leefstijlinterventies laten significante verbeteringen zien en ze kunnen de patho-biologie herstellen van de gemiddelde persoon met T2D die nog voldoende insuline kan aanmaken.
Zoomen we verder in op de biologie, dan weten we dat het metabole systeem van mensen met T2D verstoord is. Dit systeem moet zich normaal gesproken continu aanpassen aan de prikkels in de omgeving en de mate waarin het systeem dit kan, noemen wij fenotypische flexibiliteit. Bij mensen met T2D is de flexibiliteit verslechterd en falen de adaptieve processen.
Onderzoek laat zien dat leefstijlinterventies deze adaptieve processen herstellen of verbeteren. We kunnen dit vermogen tot herstel en de passende leefstijlinterventie bepalen met een zogenaamde Orale Glucose Tolerantie Test (OGTT), waarbij de bloedglucose- en insulineconcentraties worden gemeten na inname van een standaard hoeveelheid glucose.
Echter, in de praktijk bepalen we nog niet routinematig het vermogen tot herstel, maar kijken we slechts naar de ziekte door symptomen te meten (bv. HbA1c). Ook kijken en begrijpen we nog te weinig van de mechanistische processen die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling en het omkeren van de ziekte T2D. We moeten die processen in kaart brengen om zo tot subtypen en persoonlijke diagnostiek te komen.
Meer dan biologie
We weten dat verschillende factoren (zoals ((psychologische)) co-morbiditeit, sociaaleconomische factoren, gezondheidsvaardigheden en persoonlijkheidskenmerken) gedrag en gedragsverandering benvloeden. Als we T2D dus willen genezen met verandering van leefstijl, moeten we rekening houden met de persoonlijke motivatie van mensen, hun dieetvoorkeuren, hun sociaaleconomische situatie en hun dagelijkse stressoren. Een diagnose vraagt dus om meer dan alleen biologie.
Ook moeten we inzicht hebben in de directe omgeving van mensen met T2D. Immers, T2D is echt een systeemziekte, die veroorzaakt wordt door interactie tussen de omgeving en het individu. In onze obesogene samenleving leidt de supermarkt je meestal naar de ongezonde producten en duiken op veel straathoeken fastfoodrestaurants op. Op stations neem je makkelijker de roltrap dan de trap. En in de gemiddelde bedrijfskantine liggen de ongezonde snacks meer voor het oprapen dan een koolhydraatarme maaltijd. En vergeet ook niet dat de opleiding van artsen en verpleegkundigen nauwelijks aandacht besteedt aan voeding en leefstijl als interventie of aan T2D als omkeerbare ziekte. Willen we dus weten wat de juiste interventie is voor iemand, dan moeten we goed kijken naar de mens als geheel en de omgeving waar hij/zij zich in bevindt.
Helpen gedrag te veranderen
Als we eenmaal een goede persoonlijke diagnose hebben, bestaat de behandeling uit een op het individu toegespitste mix van voedingsinterventie, beweeginterventie en gedragsverandering. Deze veranderingen moeten voor iemand persoonlijk haalbaar en uitvoerbaar zijn. Nieuwe ICT- technologien kunnen gedragsverandering ondersteunen.
Maar verandering van leefstijl is niet makkelijk. Sterker nog: het is voor veel mensen erg lastig. Door gedragsveranderingstechnieken slim in interventies te verwerken, kan het proces van veranderen leuker worden. Soms zijn er op heel korte termijn al verbeteringen merkbaar, die de motivatie om door te zetten versterken. Uiteindelijk moet de verandering gewoonte worden om op lange termijn te beklijven.
Naast individuele interventies is ook steun nodig vanuit de omgeving middels interventies in die omgeving. Voorbeelden hiervan zijn een supermarkt waar mensen een diabetes-genees-box kunnen bestellen die past bij hun persoonlijke dieetadvies, een sportschool of fysiotherapeut die een diabetes-genees-programma aanbiedt, nieuwe gezondheidsapps op je telefoon die echt meten en adviseren wat voor jou de grootste kans op succes geeft. Ook zijn er programmas nodig die zich op risicogroepen richten, bijvoorbeeld in wijken met veel inwoners met een lage SES zijn beweegprogrammas, kookgroepen en schoolprogrammas noodzakelijk.
De rol van voeding
Verschillende dieetinterventies zijn relevant voor het omkeren van T2D. Allereerst weten we dat afvallen de boven beschreven flexibiliteit vergroot. Onderzoek laat zien dat gewichtsverlies van 5% leidt tot lagere HbA1c, bloeddruk en lipoprotenenniveaus, en dat beperking van de energie-inname tot 600 Kcal gedurende 8 weken de beta-celfunctie bij obese patinten met T2D kan normaliseren. Naast dit wetenschappelijk onderzoek zien we dat steeds meer mensen met T2D zelf rapporteren dat zij met (zeer) lage calorische inname hun ziekte weten om te keren. Tegelijkertijd weten we dat deze vormen van diten zwaar zijn en dus lastig vol te houden.
Er zijn alternatieven voor calorische restrictie, waarvan we hier (intermitterend) vasten noemen. Bij deze voedingsinterventie vasten mensen gedurende periodes die zij afwisselen met normale voeding. Verschillende studies laten zien dat intermitterend vasten leidt tot gewichtsverlies, verbeterde insuline-sensitiviteit en afname van cardiovasculaire risicos. Omdat vasten ook moeilijk vol te houden is, zijn Fasting Mimicking Diets (FMD) ontwikkeld. Dit zijn vervangers van vasten, die de endocriene en metabole effecten simuleren terwijl er toch een (bescheiden) hoeveelheid calorien ingenomen wordt. Deze FMDs bestaan uit een mix van complexe koolhydraten, zeer weinig eiwit en hoge niveaus van gezonde vetten. Onderzoek suggereert dat de positieve effecten van intermitterend vasten niet alleen door het gewichtsverlies komen, maar met name door onderliggende effecten op de fenotypische flexibiliteit. Mogelijk kan deze interventie zelf de flexibiliteit trainen, door het wisselen tussen verteren en vasten te simuleren.
Eet jezelf weer gezond
Pillen genezen T2D nooit, maar leefstijl wel. Het bewijs dat leefstijl gerelateerde ziekten met leefstijl kunnen worden genezen, stapelt zich op. Natuurlijk is er onder wetenschappers nog veel discussie over hoe voeding precies T2D (en andere leefstijlziekten) omkeert, maar dit ligt volgens ons niet aan de potentie van het beschikbare bewijs. Wel is het huidige bewijs nog te inconsistent, doordat studies en interventies onvoldoende rekening houden met verschillen tussen mensen.
Ja, je kunt jezelf weer gezond eten, maar voeding is persoonlijk en dus is het omkeren van T2D ook persoonlijk. Niet ieder mens is gelijk en dus moet ook niet iedere dieetinterventie gelijk zijn. Als we willen weten wat de beste voeding voor iemand is, is inzicht nodig in het complexe netwerk van metabole en inflammatoire processen die een ziekte bij iemand veroorzaken. Ook is inzicht nodig in hoe voeding al deze processen benvloedt (negatief en positief).
Leefstijlgeneeskunde verdient een plek in de dagelijkse praktijk van leefstijl gerelateerde ziekten. De geneeskunde bij deze ziekten moet omdenken van controleren naar genezen. Hierbij moet de praktijk al doende leren, samen met en van de mensen om wie het gaat.
Hanneke Molema is senior consultant bij de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO), met als aandachtsgebied innovaties voor Gezond Leven. Met name richt zij zich hierbij op de publiek private samenwerkingen voor de implementatie van Leefstijl als Medicijn en Digital Health in de praktijk. Met TNO en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) werkt Hanneke aan de opzet van een gezamenlijke kennis- en innovatiecentrum rondom metabole gezondheid en leefstijl. Dit centrum richt zich als eerste op de ontwikkeling, implementatie en onderwijs van leefstijl als medicijn bij type 2 Diabetes in Nederland en in andere delen van de wereld.
Ben van Ommen is systeem bioloog en principal scientist bij TNO. Hij is een van de leidende wetenschappers en aanjagers van het gezamenlijke kennis- en innovatiecentrum rondom metabole gezondheid en leefstijl dat TNO en LUMC nu opzetten. Het onderzoek van Ben richt zich op herstel van flexibiliteit van metabole processen, omdat blijkt dat ook type 2 Diabetes (gekarakteriseerd door verlies van flexibiliteit in de glucosehuishouding) vanuit deze processen voor een groot deel te genezen is.
Hanno Pijl is internist-endocrinoloog en hoogleraar Diabetologie aan het LUMC. Zijn klinische en wetenschappelijke belangstelling gaat speciaal uit naar het verband tussen onze leefstijl en de pandemie van chronische ziekten waarmee wij vandaag geconfronteerd worden. Hanno was lid van de Gezondheidsraad (commissie voeding) en de wetenschappelijke adviesraad van het Diabetes Fonds Nederland, en voorzitter van het Partnerschap Overgewicht Nederland. Hij schreef een boek voor patiënten met diabetes mellitus (Diabetes type 2? Maak jezelf beter). Op dit moment werkt hij namens het LUMC samen met TNO aan de opzet van het gezamenlijke kennis- en innovatiecentrum rondom metabole gezondheid en leefstijl.