‘Ik rouw’ en ‘wij rouwen’: het verband tussen samen en alleen

By Inter

Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben zich grote veranderingen voorgedaan in de manier waarop mensen rouwen na het overlijden van een dierbare. Cas Wouters verklaart deze variaties in rouwrituelen aan de hand van verschuivingen in de wij-ik balans van individuen. Dit precaire evenwicht tussen de ‘wij-identiteit’ van mensen (de groepen waarnaar mensen verwijzen als ‘wij’) en hun ‘gewone ik’ heeft verstrekkende gevolgen.

Column: Het wetenschappelijk werk als kunstwerk

By Inter

Het overgrote deel van de wetenschappelijke artikelen die tegenwoordig worden geschreven doet gortdroog aan. Van het gebruik van enige verbeelding of originaliteit om een stuk af te leveren dat getuigd van schoonheid is geen sprake. Er wordt onderzocht en geschreven volgens vaste, algemeen geaccepteerde regels. In deze column, die ook is voorgedragen bij de opening van het Academisch Cultureel Centrum SPUI 25, betoogt Rens Bod tegen deze saaie manier van wetenschap bedrijven. Onderzoekers moeten hun verbeelding gebruiken en zich niets van regels aantrekken om zo tot echte, mooie theorieën en artikelen te komen.

Rens Bod is hoogleraar Kunstmatige Intelligentie aan de University of St Andrews (UK) en Vici-laureaat verbonden aan het Institute for Logic, Language and Computation (ILLC) van de Universiteit van Amsterdam.

Schoonheid minder ongrijpbaar dan gedacht

By Inter

Over de vraag waarom wij bepaalde dingen mooi of juist lelijk vinden, wordt al eeuwenlang gedebatteerd. Door recente ontwikkelingen in de neurowetenschap is het mogelijk geworden om te onderzoeken welke hersenprocessen bij de ervaring van schoonheid betrokken zijn. Het nieuwe vakgebied dat uit deze ontwikkelingen ontstaan is, neuro-esthetiek genoemd, probeert te verklaren hoe en waarom een dergelijke ervaring tot stand komt. Elise Seip laat zien tot welke inzichten over schoonheid onderzoekers in deze spannende nieuwe wetenschappelijke discipline lijken te komen, waarbij eveneens duidelijk wordt in welke mate evolutionaire verklaringen van toepassing kunnen zijn op een ‘abstracte’ ervaring als schoonheid.

Elise Seip studeerde psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. In 2007 behaalde zij aan diezelfde universiteit een master Cognitieve Science.

Het laatste taboe: lichaamshaar

By Inter

In de media is de laatste tijd veel aandacht voor de druk die, met name voor vrouwen, bestaat om aan het bestaande schoonheidsideaal te voldoen. Hierbij wordt veel nadruk gelegd op de plastische chirurgie en het ‘bestellen van nieuwe borsten’. Er zijn echter ook schoonheidsidealen die om minder permanente ingrepen vragen, zoals ontharing. Anneke Smelik bespreekt in dit artikel enerzijds waarom mensen steeds vaker naar het scheermes, de hars of andere middelen grijpen en anderzijds wat deze trend tot gevolg heeft.

Prof. dr. Anneke Smelik is hoogleraar Visuele Cultuur bij de afdeling Algemene Cultuurwetenschappen aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Zij studeerde theater- en filmwetenschap aan de Universiteit Utrecht en promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam op een proefschrift over vrouwenfilms en filmtheorie. Haar onderzoek richt zich op drie terreinen: de virtualisering van het menselijk-technologische lichaam in digitale kunst en cultuur; de relatie tussen cultureel geheugen en nieuwe media; de performance van identiteit in mode; en multimediale geletterdheid.

De schoonheid van de affirmatie

By Inter

Hoewel de opdeling niet waterdicht is, betoogt Sander van Maas dat het concept ‘schoonheid’ uiteenvalt in meerdere categorieën. Naast de gewone, ‘ordinaire’ vorm van schoonheid, en de sublieme schoonheid, introduceert de schrijver een derde concept: de ‘affirmatieve’ schoonheid. Deze schoonheid kent geen precedent en dwingt je tot een sprong in de onbekende terreinen van je emoties. Affirmatie leidt men naar het onbekende en is daarom in potentie verregaand en gevaarlijk.

Dr. Sander van Maas is voorzitter van het Nederlands Genootschap voor Esthetica en hij is werkzaam binnen de leerstoelgroep Muziekwetenschap binnen de Faculteit voor Humanistiek van de Universiteit van Amsterdam. Als postdoc onderzoeker is hij op het moment betrokken in het project ‘New Music and the Turn to Religion’. Daarnaast onderwijst hij Muziek Esthetica aan het Conservatorium van Amsterdam. Van Maas’ publicaties bevatten onder meer een interdisciplinaire studie over Olivier Messiaen met de titel Doorbraak en Idolatrie: Olivier Messiaen en het geloof in muziek (Delft: Eburon, 2003).

Beauty and architecture

By Inter

Met zijn Kritik der Urteilskraft, introduceerde Kant de esthetica als volwaardige tak van de filosofie. Sindsdien wordt dit werk vaak als uitgangspunt genomen van hedendaagse besprekingen van ‘schoonheid’. Schoonheid, en Kants analyse daarvan, zijn echter door de eeuwen heen in de filosofie van de kunst steeds verkeerd begrepen. In dit artikel herstelt Patrick Healy de betekenis die Kant oorspronkelijk aan schoonheid toekende, en bespreekt de implicaties voor ‘afgeleide kunst’ als architectuur.

Patrick E. Healy is docent wetenschapsfilosofie aan de bouwkundefaculteit van de Technische Universiteit Delft. In 2005 gaf hij een lezingenreeks over Beauty and the Sublime, waarin hij de ontwikkeling van filosofische esthetiek sinds de achttiende eeuw behandelde.

Plato’s inleiding tot de schoonbegeerte

By Inter

Zich bedienend van het uitgebreide werk van Plato stelt Albert van der Schoot een coherent beeld samen van Plato’s opvatting over het concept ‘schoonheid’. Beginnend met Plato’s beeldspraak van de ziel die wordt getrokken door twee paarden, geeft Van der Schoot een noodzakelijke introductie in Plato’s kentheorie die rept over ware kennis in de vorm van Vormen en Ideeën. Op basis hiervan komt Van der Schoot tot een intrigerende conclusie over de ware aard van schoonheid.

Albert van der Schoot doceert (muziek)esthetica en cultuurfilosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn publicaties omvatten onder meer ‘De Ontstelling van Pythagoras’ (Kok Agora, 1998) en een bijdrage aan de bundel ‘Tien Westerse Filosofen’ (Uitgeverij Nieuwezijds, 2000).

Researching The Ripper

By Inter

De ondergrondse wereld van de criminaliteit spreekt sterk tot de verbeelding. Je zou denken dat we dieven en moordenaars zo snel mogelijk willen vergeten, maar we plaatsen daarentegen de nadruk op de gruwelijkste exemplaren en produceren er een enorme hoeveelheid boeken en films over. De nooit opgeloste zaak rond seriemoordenaar Jack the Ripper is een van de grootste inspiratiebronnen op dit gebied. Zelfs na honderdtwintig jaar wordt er nog gespeculeerd over wie de dader was. Jeroen van der Meer, evenzeer geïnspireerd, zet voor ons de belangrijkste verdachten in de zaak The Ripper op een rijtje.

Gedaanteverwisseling

By Inter

In klassieke sprookjes strijden de goeden tegen de kwaden, wit tegen zwart. Grijs bestaat niet. Maar in de wereld om ons heen is puur kwaad of goed moeilijk te vinden. Een crimineel is niet per…

Biopsychologische determinanten van antisociaal en crimineel gedrag

By Inter

In het publieke domein is de biologische achtergrond van crimineel gedrag een gevoelig onderwerp. Binnen de wetenschap wordt hier echter volop onderzoek naar gedaan. Liever spreekt men overigens over biopsychologische factoren die tot crimineel en/of antisociaal gedrag leiden, omdat juist uit biopsychologisch onderzoek blijkt dat omgevingsfactoren een significante rol spelen bij het ontstaan van dergelijk gedrag. De Vente en Michon presenteren een overzicht van huidige kennis op dit gebied, waarbij zij betogen dat inzicht in de biopsychologische basis van crimineel gedrag van fundamenteel belang is voor de ontwikkeling van therapie en interventiemogelijkheden.