Digitaal leren: een kruising tussen Sim City en Catan
Kunt u aangeven wat Kennisland precies doet?
Kennisland is een onafhankelijke denktank die bestaat om van Nederland een ‘slimmer land’ te maken. Kennisland ontwikkelt strategieën, initieert projecten en start lerende netwerken. Dit kan voor de overheid zijn, maar ook in samenwerking met private partijen. Eén gebied waar Kennisland zich mee bezighoudt is de digitalisering (ICT en beeld) van het onderwijs.
Kunt u een korte geschiedenis schetsen van de digitalisering in het onderwijs?
Bij de digitalisering van het onderwijs heeft de nadruk lang gelegen op de infrastructurele voorzieningen. Hierbij kan gedacht worden aan het aanleggen van internetverbindingen en het aanschaffen van computers. Binnen schoolorganisaties was ICT lang het ondergeschoven kind. Docenten die hobbymatig in het onderwijs met computers bezig waren werden ICT-coordinator. Na verloop van tijd zijn er steeds meer docenten gekomen die op eigen houtje gebruik zijn gaan maken van ICT en het gebruik van audiovisueel materiaa in hun lessen. Zij scanden bijvoorbeeld zelf foto’s. Het ontbrak binnen scholen echter aan een overkoepelende visie en beleid wat betreft het gebruik van digitale technieken. Ook de auteurs en uitgevers van lesmateriaal hadden geen nieuwe visie op het toepassen van digitale technieken in hun onderwijsmethodes. Zij gebruikten wel digitale technieken, maar alleen als aanvullend materiaal naast hun reguliere materiaal. Ze waren dus niet bezig met de transformatie van de ‘content’ (onderwijsinhoud) door middel van digitalisering. Momenteel zijn onderwijzers, auteurs, uitgevers en de overheid zich ervan bewust dat digitale vernieuwende onderwijsvormen van grote waarde kunnen zijn binnen het onderwijs.
Hoe ver zijn we tegenwoordig in de digitalisering van het onderwijs?
Op infrastructureel gebied gaat het goed en op het gebied van de digitalisering van informatiestromen binnen de onderwijsorganisatie gaat het aardig. Maar onderwijsinhoudelijk scoort Nederland nog steeds onvoldoende, al zijn er natuurlijk altijd uitzonderingen. Eén daarvan is het Zuyderzee college in Emmeloord. Dit is de eerste school in Nederland waarbij iedere leerling een laptop heeft. Of initiatieven als dit een succes worden of niet, is afhankelijk van de uitvoering. Het is natuurlijk geen goede zaak dat een kind per dag acht uur achter de laptop, vervolgens drie uur achter de Playstation en ‘s avonds nog drie uur voor de tv zit. Er zijn echter genoeg digitale toepassingen waarbij kinderen niet de hele dag achter het scherm zitten. Een voorbeeld zijn de whiteboards die momenteel veel bij lessen voor kleuters worden gebruikt. Dit is een alternatief voor het traditionele schrijfbord. Op het bord kun je lessen projecteren en kinderen interactief met opdrachten bezig laten zijn. Je kunt de lessen zo veel interactiever, leuker en spannender maken.
Wat verder heel aardig is om te vermelden, is dat Jordanië al veel verder is in de standaardisering van alle facetten van ICT binnen het onderwijs. Dat land heeft in een tijdsbestek van slechts zes jaar het onderwijsorganisaties op een identiek datasysteem aangesloten en de infrastructuur aangelegd. Nu worden hier digitale lesmethodes aan gekoppeld. Dit is mogelijk in Jordanië doordat het land veel kleiner en centraler georganiseerd is dan Nederland. De verkokering hier maakt de uitvoering van een dergelijke operatie en het vaststellen van standaarden veel moeilijker.
Wat is de rol van de overheid in de digitalisering van het onderwijs?
De overheid is erg belangrijk geweest bij het opzetten van de noodzakelijke infrastructuur op ICT gebied. Verder heeft de overheid vernieuwende ICT projecten vaak gestimuleerd. Digitalisering is, ondanks de pogingen van de overheid, nog niet heel ver doorgedrongen binnen het onderwijs. Dit komt doordat het lang duurt voordat nieuwe beleidsplannen beklijven in onderwijsland. Het onderwijs heeft jaarlijks immers te maken met tal van nieuwe beleidsplannen en is hierdoor afwachtend. De overheid zal de digitalisering in het onderwijs echter blijven steunen omdat het grote voordelen heeft. Door digitale en gestandaardiseerde gegevens in het onderwijs wordt het gemakkelijk voor de overheid om de leerweg die kinderen afleggen te bekijken, of om achteraf te bekijken wat voor achtergrond iemand heeft. Verder kunnen ze door digitale gegevens problemen in het onderwijs op basis van demografische ontwikkelingen voorzien. Als zij in een wijk bijvoorbeeld zien dat er over een paar jaar veel meer kinderen in de leeftijdscategorie van 3 tot 7 jaar zijn, kunnen zij daar op inspringen. Niet alleen binnen het onderwijs maar in een breder kader van zorg en voorzieningen. De grootste uitdaging die de overheid op dit moment heeft, met betrekking tot de digitalisering van onderwijs, is dat zij moet proberen tot een beleid te komen dat ICT integreert met een onderwijsvisie. Dat gaat van infrastructuur, tot onderwijsorganisatie, tot digitalisering van lesmethoden en onderwijsmethodieken. Op sommige terreinen is standaardisering en bij voorkeur het gebruik van open standaarden noodzakelijk.
Kunt u een voorbeeld geven van een initiatief van Kennisland ten aanzien van de digitalisering van het onderwijs?
‘Kennisland heeft de digitale pioniersregeling opgezet waarmee vernieuwende internetprojecten worden gestimuleerd. Sommige van deze projecten hadden betrekking op het onderwijs, zoals het project Miniconomy. Dit was een initiatief van twee jongens uit Almere die een internetspel hadden bedacht. Het spel is een digitale mix van Sim City en de Kolonisten van Katan. Je kunt in dit spel dagen bezig zijn met handelen, produceren, wetten nalezen en zelfs stukken schrijven voor de krant. Deze jongens hebben met hulp van Kennisland een onderwijskundige variant van dit spel gemaakt, die bijvoorbeeld in de economielessen wordt gebruikt. Je kunt dan als klas het spel spelen. Met behulp van de docentenhandleiding heeft de docent de mogelijkheid de vaardigheden van zijn leerlingen te toetsen. Dit is een mooi voorbeeld van de maatschappelijke relevantie van een project dat voorziet in wat jongeren willen. Het initiatief is momenteel heel succesvol en heeft nu ook een internationale variant.
Zijn de verwachtingen van voorheen rondom het digitale leren uitgekomen?
De verwachtingen op het gebied van digitalisering zullen zeker uitkomen. Men verwacht echter vaak dat digitalisering sneller verloopt dan werkelijk het geval is. Zo ook bij de digitalisering van onderwijs. We zullen ons steeds verder ontwikkelen maar het duurt gewoon lang.
Wat zijn de gevolgen van de digitalisering van het onderwijs voor kinderen?
Waarschijnlijk vinden kinderen het onderwijs leuker wanneer er gebruik wordt gemaakt van digitalisering. Ze kunnen meer keuzes maken en het is mogelijk om maatwerk te leveren. Je kunt stof op het juiste niveau en tempo aanbieden naar de specifieke interesses van het kind. Verder wordt de creativiteit van kinderen gestimuleerd. Hier wordt vaak tegenin gebracht dat kinderen te veel keuzes krijgen waardoor er verwarring en onzekerheid ontstaat. Je hoort vaak dat er een ‘cut en paste culture’ is waar kinderen helemaal niet creatief van worden. Persoonlijk zie ik dit niet zo. Ik zie het als een ‘remixing culture’ die juist goed is voor de ontwikkeling van creativiteit.
Wat zijn de gevolgen van digitalisering voor de onderwijzers?
Onderwijzers zien vaak op tegen digitalisering. Ze vinden dat het onder de knie krijgen van digitale technieken en methodes te veel tijd kost, het te moeilijk is en dat de vertrouwde onderwijsmethode beter is. Dit ondervond de nieuwe rectrix, Lineke Jongeling, van de scholengemeenschap Northco in Noordwijk aan den lijve. Zij had een achtergrond in het bedrijfsleven en wilde bij de school een proces van digitaliseren doorvoeren. Zij wilde alle docenten een PDA (handcomputer) geven zodat zij altijd en overal gegevens van leerlingen konden opvragen en invoeren. Als je een leerling in de gang tegenkomt als docent kun je door het gebruik van de PDA meteen zien of het goed met deze leerling gaat; presentielijsten kunnen direct worden ingevuld. Over het invoeren van de PDA ontstonden heftige discussies op de scholengemeenschap. Het heeft de rectrix veel tijd en moeite gekost om de veranderingen door te voeren. Momenteel werkt het systeem uitstekend en zijn de leraren ook weer tevreden (al zijn er binnen het docententeam mensen weggegaan en nieuwe mensen bijgekomen). Dit voorbeeld toont aan hoeveel moeite het kan kosten om innovatie binnen het onderwijs ook daadwerkelijk uit te voeren en succesvol te laten zijn.
Zou u de economische kant van digitalisering kunnen schetsen?
De geschiedenis van de 20e eeuw is in beeld en geluid vastgelegd. De audiovisuele collecties maken daarmee een belangrijk onderdeel uit van de Nederlandse culturele identiteit en erfgoed. Veel van dat materiaal is nog niet digitaal beschikbaar terwijl de onderwijskundige toepassing duidelijk is. Er is momenteel een economische sector aan het ontstaan rondom de digitalisering van deze collecties (voor onder meer het onderwijs). Dit materiaal is op allerlei manieren toepasbaar. Je kunt bijvoorbeeld een onderwerp over het communisme behandelen waarbij je binnen een les op gedigitaliseerd materiaal kunt klikken informatiedag context geeft aan het onderwijs (bijvoorbeeld foto’s van Marx een speech van Lenin, een muziekstuk van Shostakovich). De mogelijkheden die digitale informatie bieden, zorgen ervoor dat het aantrekkelijk is om hiermee te gaan werken. De sector die ontstaat rondom digitalisering van onderwijsmethoden is nu echter nog ‘precompetitief’ te noemen. De traditionele uitgeverijen gaan er nog maar mondjesmaat mee aan de slag.
Kunt u een toekomstvoorspelling doen over de loop van de digitalisering in het onderwijs?
Op het gebied van de infrastructuur verwacht ik dat binnen vijf jaar alle scholen breedband internet hebben, wat audio- en videostreaming mogelijk maakt. Op organisatorisch gebied verwacht ik dat, eveneens binnen vijf jaar, de informatiestromen binnen het onderwijs zijn gestandaardiseerd. Scholen hanteren dan bijvoorbeeld dezelfde inschrijfformulieren en er bestaan digitale dossiers van leerlingen. Onderwijsinhoudelijk zal er voor 2010 de eerst getransformeerde (dus niet aanvullende) digitale lesmethode ontstaan. De digitalisering van het onderwijs is dus nog lang niet aan zijn eind.