Goud als Congolees conflictmineraal: hoeveel is mijn gouden kettinkje waard?
Illustratie: Marlon Schotel
Op mijn achttiende verjaardag kreeg ik van mijn oma een vierentwintig karaats gouden kettinkje. Zwitsers goud vertelde ze, het mooiste dat je kan krijgen. Al vijf jaar lang draag ik het kettinkje zonder het ooit af te doen. Geen moment heb ik me afgevraagd waar het gouden sieraadje precies vandaan komt. En dat terwijl de vele artikelen en documentaires over de erbarmelijke omstandigheden in de internationale kledingindustrie van de afgelopen jaren me deden besluiten voornamelijk tweedehands of duurzaam geproduceerde kleding aan te schaffen. Over de oorsprong van mijn ketting begon ik pas na te denken toen ik tijdens een studieonderzoek naar internationale strafzaken stuitte op de zaak Argor Hereaus, een Zwitserse goudraffinaderij, oftewel een bedrijf dat ruwer goud vermaakt tot verfijnde goudproducten. De Zwitserse NGO TRIAL diende in 2013 een strafrechtelijke klacht in tegen Argor Hereaus. Door goud in te kopen van illegale bronnen steunde dit bedrijf Congolese rebellengroepen in hun misdaden tegen de menselijkheid en het verder uitbreiden hiervan door het aanschaffen van wapens, mogelijk dankzij het vers verdiende witgewassen geld uit Zwitserland [i] Uiteindelijk is de zaak geseponeerd door gebrek aan bewijs van kennis over de conflictueuze bron van het goud.
Het verloop van deze zaak verbaasde me en ik begon me af te vragen: hoeveel heeft dat gouden kettinkje eigenlijk gekost?
De emotionele waarde is voor mij alleen maar positief, maar wat betekent ditzelfde kettinkje voor een Congolese vrouw of man in het gebied waar dit goud vandaan komt? Deze dubbele lading is niet prettig; het liefst wil ik alleen maar blij worden van mooie herinneringen aan de persoon die mij het gouden sieraad gaf. Ben ik dan naïef? Of heb ik ook hier een verantwoordelijkheid, net als bij het kopen van ‘foute’ kleding?
Dit stuk beschrijft een ingewikkelde situatie en leidt tot confronterende vragen. Toch is het belangrijk het te lezen. Want goud is goud waard maar absoluut geen mensenlevens.
Conflict in Congo
In de Congolese grond is veel goud te vinden. Internationale bedrijven, waaronder Argor Hereaus kopen Congolees goud in, dat later in westerse landen wordt verkocht. Om te kunnen begrijpen hoe goud en de handel daarin bijdragen aan het bestaande conflict is de geschiedenis van Congo belangrijk.
De koloniale overheersing door België was een van de meest gewelddadige in Centraal-Afrika. Door de mineraalrijke grond was Congo voor de voornamelijk witte overheersers niet alleen interessant om mensen tot slaven te maken maar ook als potentiële bron voor grondstoffen. Toen na de Tweede Wereldoorlog onafhankelijkheidsprocessen in gang werden gezet kon België niet achterblijven. Toch werd geprobeerd een aardige vinger in de pap te houden door een vijftienjarenplan op te zetten waarin Congo onafhankelijk zou moeten worden; de Belgische economie was op korte termijn te afhankelijk van de koloniale inkomsten[ii].
Een zorgvuldig uitgevoerd vijftienjarenplan bleek het niet toen in eind 1959, na het ineenstorten van de koperindustrie en de daaropvolgende rellen, Belgische ministers bedachten dat Congo op dit moment wellicht eerder een zorg dan een baat was. Binnen no time werd door de koning de onafhankelijkheid uitgeroepen en in januari 1960 werd de macht binnen een week overgedragen aan een nationale regering. Door het gebrek aan ervaring en de abrupte overgang ontstond er begin jaren zestig onrust in het jonge Congo. Verschillende rebellengroepen veroorzaakten chaos en geweld door het hele land in pogingen de macht te grijpen. De gloednieuwe United Nations (UN) Security Council voelde zich geroepen er een van hun eerste peacekeeping missions te openen. Rust en vrede bracht deze missie niet; wel was het een poging tot het opbouwen van een volledig westers georiënteerde natiestaat[iii]. Dat het slechts op een gepoogde vredesmissie uitdraaide, blijkt ook uit de vanaf 1996 bestaande oorlogen in Afrika waarbij Oeganda, Rwanda en Burundi grond in Congo probeerden te bemachtigen en Zimbabwe, Namibië en Angola de regering van Congo steunden. De bloederige conflicten die meer dan vier miljoen levens eisten, kunnen worden beschouwd als misdaden tegen de menselijkheid en deze eindigden niet toen Oeganda en Rwanda zich in 2002 terugtrokken uit Congo. Door het zwakke politieke en economische systeem in de DRC namen fractionele milities en rebellengroepen de overhand en bleven de conflicten voortduren[iv]Volgens het meest recente rapport van UNICEF vluchtten in 2018 binnen drie maanden tijd meer dan zeventigduizend mensen het land uit, vooral naar buurland Oeganda, wat het de snelst groeiende vluchtelingencrisis in de wereld maakt[v].
Goud als conflictmineraal
Na de gewelddadige en mensonterende koloniale overheersing tot begin jaren zestig waarbij de natuurlijke grondstoffen voor België de voornaamste dan niet enige reden waren om de macht te behouden, zijn deze grondstoffen tot vandaag de dag voor verschillende milities en rebellengroepen dé motivatie om conflict te blijven veroorzaken in het instabiele Congo. Kobalt, koper, tin en lood zijn mineralen die de grond van het land rijk is, maar het meest duidelijke conflictmineraal is, natuurlijk, goud.
Conflictmineralen zijn zeker niet de enige bron van geweld, maar in een instabiel economisch landschap als dat van de DRC is het wel een snelle en relatief makkelijke manier om aan geld te komen, waarvoor geweld niet wordt geschuwd. Veel mensen werken legaal in de goudmijnen maar gezien de zwakke Congolese overheid ligt corruptie op de loer. Milities of rebellengroepen nemen de macht over de mijnen over, onderdrukken de werkers en zorgen voor smokkelaars die het goud de grens mee over nemen. Over de grens belandt het goud in smelterijen die het vervolgens verkopen aan internationale handelspartners. Het bloed op het goud wordt er op deze manier afgewassen; de wijze waarop het is verkregen en de weg die het heeft afgelegd om uiteindelijk bij een Europese juwelier aan te komen is niet meer traceerbaar. Het onderzoek van Van Dijken en Dupuy[vi] is een van de weinige recente onafhankelijke studies ter plaatse; onderzoek doen is gevaarlijk in een land waar veel te verbergen is. En hoewel niet verwonderlijk gezien het risico dat met onderzoek gemoeid gaat is het wel een gemis. Gebrek aan concrete kennis over het precieze proces van de goudwinning- en verhandeling maakt het moeilijk betrokken partijen verantwoordelijk te houden voor hun rol binnen het conflict.
Westerse betrokkenheid bij conflict
Lokale spanningen, de zwakke overheid en het daaruit voortvloeiende instabiele sociaal economische systeem in de DRC zijn duidelijk oorzaken voor de misdaden maar ook internationale, vooral westerse, corporaties en bedrijven die goud inkopen uit Afrikaanse landen dragen bij aan het voortduren én verergeren van criminaliteit en conflict. Corporate westerse betrokkenheid is daarom in het afgelopen decennium een steeds groter interessegebied geworden voor criminologen, sociale wetenschappers en binnen juridische vakgebieden[vii]. Corporate criminaliteit is een vorm van witteboordencriminaliteit die economisch voordeel plaatst boven de schadelijke gevolgen voor het leven van mensen[viii]. Zo pompt Shell in Nigeria olie uit de grond waardoor niet alleen ernstige milieuvervuiling wordt veroorzaakt maar waar ook lokale relaties onder druk door komen te staan en ondersteunde het Franse technologiebedrijf Lafarge met hun diensten indirect terroristische organisaties in Syrië. Deze inmenging van westerse bedrijven zou als een vorm van neokolonialisme gezien kunnen worden; de hedendaagse aanwezigheid van westerse bedrijven die zich direct dan wel indirect mengen in lokale conflicten lijkt een moderne herhaling van het koloniale verleden.
Verantwoordelijkheid van bedrijven
De grootste vraag bij internationale betrokkenheid van bedrijven of corporaties bij misdaden is wie voor wat verantwoordelijk is. Vaak is het een heel bedrijf dat (gedeeltelijk) verantwoordelijk is voor zo’n conflict, zoals Argor Hereaus in Congo, maar er bestaat alleen rechtsbevoegdheid over individuen. Corporaties of bedrijven kunnen niet op een strafrechtelijke manier verantwoordelijk worden gehouden voor hun daden[ix]. Wel zijn er meerdere zogenoemde ‘soft laws’ in het leven geroepen: een quasi legale methode die niet bindend is maar een normatief framework vormt waardoor bedrijven en corporaties gemotiveerd worden weloverwogen en ethisch verantwoorde keuzes te maken binnen hun bedrijfsvoering. Meest prominent hier zijn de United Nations Guiding Principles (UNGP) betreffende zakelijk recht en mensenrecht die sinds 2011 door bijna alle grote internationale bedrijven zijn aangenomen. Enige druk op de daadwerkelijke uitvoering van deze vrijwillige overeenkomst is er echter niet. En dus zijn deze ‘zachte wetten’ slechts een tijger met papieren tanden. Wel blijven internationale instanties zoeken naar verbetering. In januari 2021 zijn door de Europese Unie opgestelde reguleringen omtrent de import van conflictmineralen in praktijk genomen. Hoewel het resultaat nog moet gaan blijken, benadrukken deze concrete stappen de urgentie die grote internationale instituten als de EU zien in het verantwoordelijk kunnen houden van de juiste partijen binnen conflicten. Ook als dit bedrijven zijn en geen specifieke personen.
Verantwoordelijkheid van consument
Ondertussen haalt Argor Hereaus zijn goud nog steeds uit Afrika. En hoewel het bedrijf op hun website een pagina heeft gewijd aan verantwoordelijkheid[x], blijft het onduidelijk waar het goud dat zij raffineren vandaan komt. Wachten op maatregelen of zelfs wetgeving die wél scherpe tanden heeft zou betekenen dat het door goud aangewakkerde conflict in de DRC tot die tijd genadeloos en onveranderlijk doorgaat. Om tot een oplossing voor dit conflict te komen moeten de verschillende erbij betrokken partijen de verantwoordelijkheid delen. De volgende vraag is daarom van groot belang: op welke manier zijn wij als consument verantwoordelijk? Om tot een oplossing voor conflict te komen moeten de verschillende betrokken partijen de verantwoordelijkheid delen. En dus moeten ook wij, westerse consumenten, onze verantwoordelijkheid nemen terwijl die van grote bedrijven door nieuwe internationale ontwikkelingen ook meegroeit. En hiermee kunnen we beginnen door ons kritisch af te vragen waar dat gouden kettinkje dat we zo graag zou willen nou eigenlijk vandaan komt.
Voel jij je, na dit gelezen te hebben, ook mede verantwoordelijk om goud te kopen dat enkel goud waard is?
Bibliografie
[i] Business Human Rights: Argor Hereaus Case: https://www.business-humanrights.org/en/latest-news/argor-heraeus-investigation-re-dem-rep-of-congo/
[ii] Mullins, C. W., & Rothe, D. L. (2008). Gold, diamonds and blood: state-corporate crime in the Democratic Republic of the Congo. Contemporary Justice Review: Issues in Criminal, Social, and Restorative Justice, 11(2), pp.81.
[iii] Hochschild, Adam. (1998). King Leopold’s Ghost. Boston: Houghton Mifflin Company. Pp.
[iv] Mullins, C. W., & Rothe, D. L. (2008). Gold, diamonds and blood: state-corporate crime in the Democratic Republic of the Congo. Contemporary Justice Review: Issues in Criminal, Social, and Restorative Justice, 11(2), pp.85
[v] UNICEF Uganda Humanitarian Situation Report, March 2018 : https://reliefweb.int/report/uganda/unicef-uganda-humanitarian-situation-report-march-2018
[vi] http://www.congosgold.com/
[vii] Mullins, C. W., & Rothe, D. L. (2008). Gold, diamonds and blood: state-corporate crime in the Democratic Republic of the Congo. Contemporary Justice Review: Issues in Criminal, Social, and Restorative Justice, 11(2), pp.81
[viii] Huisman, W. (2010). Business as usual? Corporate involvement in international crimes. Eleven International Publishing. pp.128
[ix] Kaleck, W., & Saage-Maaß, M. (2010). Corporate Accountability for Human Rights Violations Amounting to International Crimes: The Status Quo and its Challenges. Journal of International Criminal Justice, 8, 699-724.
[x] Argor Hereaus: Responsibility and sustainability report, January 2019: https://www.argor.com/en/responsibility/sustainability-report
Rosa Hofstee (1996) gelooft dat een interdisciplinaire kijk op de wereld kan zorgen voor meer begrip, verdieping en inspiratie. Hier heeft haar bachelor Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen aan de UvA ongetwijfeld aan bijgedragen. Door theorieën en ideeën uit verschillende sociale wetenschappen te combineren, bleken maatschappelijke vraagstukken weliswaar af en toe nóg complexer, maar eventuele oplossingen of aanpassingen ook completer. Rosa kan genieten van verschillende meningen en heftige discussies, maar zoekt altijd naar een vorm van verbinding. Vandaar dat de focus op Conflict Studies binnen haar bachelor een passende keuze was en ook het thema van haar nog-een-jaartje-uitgestelde master betreft. Voor Blind schrijft Rosa als algemeen redactielid met het doel je te laten nadenken over vanzelfsprekendheden waar je nooit eerder over nadacht.
John Mpaliza, een Congolese Italiaan vanuit Italië naar liep in 2014 via Maastricht naar Brussel om daar bij het Europese parlement aandacht te vragen voor Coltan-criminaliteit.
https://nos.nl/op3/artikel/2146353-peace-walking-man-john-wil-ons-wakker-schudden