Geschiedenis in kleur: als oude foto’s opeens niet meer zwart-wit zijn
Margot Hoogerwerf
Toen ik beelden van de wereldoorlogen voor het eerst in kleur zag, schrok ik van de nabijheid van het verleden. In plaats van anonieme zwart-witte gezichten zag ik opeens angstige blauwe ogen, glimmende gouden medailles en legergroene volharding. Historici spreken wel eens over een kloof tussen heden en verleden, maar bij het zien van de geschiedenis in kleur vernauwde die kloof bij mij direct tot een kleine, nauwelijks zichtbare kier. Het verleden leek niet zo ver meer van me af te staan. De figuren op de foto’s kregen ook figuurlijk meer kleur.
Realistisch en dichtbij
Het inkleuren van foto’s gebeurt al sinds de uitvinding van de fotografie, halverwege de negentiende eeuw. Met gekleurde poeders, pigmenten, Arabische gom en later verf probeerden schilders foto’s realistischer te maken. Dankzij digitale technieken is het realistisch inkleuren van foto’s tegenwoordig een stuk makkelijker geworden. Hierdoor kunnen we steeds meer zwart-witbeelden ook in kleur bewonderen.
Daar is opvallend veel belangstelling voor: recent verscheen het koffietafelboek Wereld in vlammen: de conflicten in kleur 1914-1945. Dit boek bevat ingekleurde foto’s van de twee wereldoorlogen, aangevuld met kleurrijke beelden van verschillende burgeroorlogen en koloniale oorlogen. In het voorjaar van 2019 werd de film They shall not grow old met ingekleurde beelden van de Eerste Wereldoorlog een verrassende bioscoophit en op Netflix is de serie World War II in Colour al jarenlang populair. Ook originele beelden van kamp Westerbork en foto’s van de gezichten van Auschwitz-gevangenen zijn inmiddels in kleur te bekijken. Het boek De tijd in kleur en het populaire Instagram-account HistoryColored (met 590.000 volgers) bevatten veel gekleurde foto’s van andere historische gebeurtenissen dan de wereldoorlogen.
Hoe ‘echt’ zijn ingekleurde oude foto’s?
De trend om historische (oorlogs)beelden met digitale technieken in te kleuren is niet onomstreden. Critici vinden dat met het inkleuren de authenticiteit van originele zwart-witbeelden wordt geschonden. Het is namelijk lastig te achterhalen welke kleuren het verleden precies had. Een soldatenuniform zal waarschijnlijk groen, grijs of blauw zijn geweest, maar de precieze tint blijkt lastig te bepalen. Idealiter is er een exemplaar bewaard gebleven, maar zo niet, dan moet de tint bepaald worden op basis van visuele beschrijvingen en met behulp van softwareprogramma’s die uit zwart-witbeelden de originele kleuren bij benadering weten af te leiden. De gevonden kleuren zijn dan niet honderd procent zeker en dus wordt ons beeld van het verleden letterlijk gekleurd door de interpretatie van de Photoshopper. De Photoshopper dreigt daarmee de geschiedenis subtiel te vervalsen.
Een goede colorist heeft respect voor geschiedenis
Ik geef toe dat we de kleuren van het verleden nooit precies kunnen kennen, maar zie geen gevaar in het inkleuren van historische beelden. De originele zwart-witbeelden blijven immers intact. Er is dus geen sprake van een wijziging van de originele historische beelden, maar van een aanvulling op deze originelen. Sommige critici vrezen dat mensen dit niet zullen doorzien, dat zij zullen denken dat de ingekleurde beelden de originelen zijn. Ik denk daarentegen dat deze angst gemakkelijk weggenomen kan worden door de ingekleurde beelden náást de originele zwart-witbeelden te blijven tonen.
Ook als de originelen behouden blijven, blijft echter de dreiging bestaan dat de kleuren in de ingekleurde foto’s slecht overeenkomen met de kleuren ‘zoals ze echt geweest zijn’. Maar als het gaat om de representatie van het verleden, dan denk ik dat zwart-witbeelden net zo min een correcte versie van het verleden laten zien als later ingekleurde beelden. De wereld was vroeger immers niet zwart-wit. Juist door beelden in te kleuren kunnen we de historische werkelijkheid daarom dichter benaderen.
Bovendien: iemand die foto’s inkleurt heeft geen groter representatieprobleem dan de gemiddelde historicus. Historici hebben zo vaak onvolledige bronnen, maar gebruiken deze dan toch. Net zo kan de digitale schilder proberen om toch een waarheidsgetrouw beeld te geven van het verleden, ondanks het feit dat hij niet alles over dit verleden zeker weet. Hoe? Door te doen wat iedere historicus dient te doen: diep graven. De colorist moet alle beschikbare bronnen doorspitten op informatie over kleur. Als hij of zij dit huiswerk heeft gedaan, dan zijn de keuzes net zo gerechtvaardigd als de keuzes van historici. Accuratesse is niet het exclusieve domein van historici; er bestaan genoeg ‘amateurhistorici’ (schrijvers, kunstenaars, verzamelaars en allerlei andersoortige liefhebbers) die met de grootste precisie het verleden onderzoeken.
Voor zover ik dat kan nagaan, doen de bekendste coloristen heus grondig onderzoek voordat zij beginnen te kleuren. Marina Amaral, bijvoorbeeld, de digitale schilder achter De tijd in kleur, Wereld in vlammen: de conflicten in kleur 1914-1945 en Faces of Auschwitz, vertelt in verschillende interviews (zoals deze en deze) hoe uitvoerig zij vooronderzoek doet. ‘What separates the good colourist from the bad one,’ zegt Amaral, ‘is not technique but their respect for history.’ Ik ben dus niet zo huiverig over het inkleuren van historische beelden, maar zie vooral een mooie nieuwe ontwikkeling die veel mensen enthousiast kan maken voor geschiedenis.
Margot Hoogerwerf heeft Geschiedenis gestudeerd aan de Universiteit Utrecht en is momenteel haar tweede bachelor Liberal Arts & Sciences (met een specialisatie in Digitale Media) aan het afronden. De Geschiedenis en Digitale Media lijken op het eerste gezicht misschien elkaars tegenpolen, maar Margot is van mening dat juist het combineren van inzichten uit verschillende vakgebieden leidt tot nieuwe perspectieven. Voor Blind schrijft Margot als hoofdredacteur.