W!J verbindt de verschillen
Hoe leef ik een zinvol leven? Wat is echt waardevol en inspirerend? Ook vandaag zoeken mensen naar antwoorden op zingevingsvragen. Vroeger was het antwoord hierop tamelijk eenvoudig. Je geloofde in God, en hoorde van de wieg tot het graf bij een bepaalde kerkgemeenschap. Tegenwoordig is dat anders. Mensen willen zich niet meer binden aan een religieus instituut. Nog maar 24,5 procent van de Nederlanders geeft aan met een kerk verbonden te zijn.1 Mensen bepalen tegenwoordig zelf wat zin en richting aan hun leven geeft. Rituelen uit verschillende religieuze tradities en levensbeschouwingen dienen hen daarbij ter inspiratie, waardoor religieuze bricolages ontstaan. Deze ‘patchwork-religiositeit’ breekt de grenzen tussen religieuze tradities open. Levensbeschouwelijke identiteiten vloeien in elkaar over, mixen en mengen.2 Sommigen verbinden twee verschillende religieuze tradities met elkaar en noemen zich bijvoorbeeld boeddhist én christen. Anderen putten vrijelijk uit de levenswijsheden van een reeks aan levensbeschouwelijke tradities, zonder daarmee de desbetreffende traditie te omarmen. Hybride levensbeschouwelijke leefstijlen en identiteiten zijn het gevolg. Niemand kijkt er meer van op als een Boeddhabeeld op de schoorsteenmantel van een atheïstische vriend staat, of als een jeugdvriendin van de christelijke basisschool vertelt dat zij samen met haar islamitische partner vast tijdens de ramadan.3 Bijna een kwart van de Nederlandse bevolking behoort op de een of andere manier bij deze religieus flexibelen, in het theologische jargon multiple religious belongers genoemd.4 Religie is niet verdwenen uit Nederland, zoals de secularisatietheorie voorspelde, maar getransformeerd. Ze verschijnt in zeer uiteenlopende gedaanten.
Niet alleen van binnenuit, ook door factoren van buitenaf werd Nederland in levensbeschouwelijk opzicht steeds diverser. De globalisering met bijbehorende migratie en de komst van vluchtelingen heeft een verschuiving teweeggebracht in de etnische en cultureel-religieuze samenstelling van de bevolking. Dat is in alle Europese landen het geval; het stelt de westerse samenleving voor nieuwe uitdagingen. Vanzelfsprekende gemeenschappelijkheden zijn verdwenen. Sinds 2011 is Amsterdam superdivers. Dat wil zeggen: er is geen groep meer in de stad die de meerderheid vormt. 49 procent van de bewoners is oud-ingezetene en 51 procent heeft een migratieachtergrond. Inmiddels horen ook Rotterdam en Brussel tot de zogenaamde majority-minority steden; Antwerpen volgt binnenkort. Het is alleen een kwestie van tijd voordat ook andere grotere Europese steden superdivers zullen worden. Onvermijdelijk komt dan ook de vraag aan de orde: Waarín moeten nieuwkomers dan integreren?5
Omgaan met verschillen
Secularisatie, individualisering en globalisering hebben Europa ingrijpend veranderd. Dit brengt onzekerheden met zich mee, die zich in de samenleving uiten als angst voor de ander, de vreemdeling en het verlies van de identiteit van het eigen volk. In de zoektocht naar sociale cohesie is een vaak gehoorde vraag: Wat bindt ons ondanks alle verschillen? Ik zou de vraag liever anders willen formuleren: Hoe kunnen we onze verschillen vruchtbaar maken en onze gemeenschappelijkheden versterken? Beide aspecten verdienen aandacht. Omwille van de harmonie worden verschillen vaak niet benoemd en ligt de nadruk op overeenkomsten. Mijns inziens is dat een verkeerde aanpak. Pas als je weet waarin en waarom je van elkaar verschilt, kun je gerichter nadenken over oplossingen voor problemen die mogelijk juist voortkomen uit een verschil in voelen, denken en handelen. Het klopt: onbekend maakt onbemind. Je weet immers niet wat er achter die manier van handelen schuilt. Juist het verschil tussen mij en de ander willen zien en leren kennen, vergroot mijn kennis en maakt het mogelijk met de ogen van de ander te leren kijken.
De Franse literatuurwetenschapper en cultureel antropoloog René Girard laat met behulp van zijn mimetische theorie zien dat niet het verschil het probleem is, maar juist het streven om allemaal hetzelfde te willen hebben, worden of zijn.6 U kent het principe: twee kinderen komen een ruimte binnen waar zich een grote hoeveelheid speelgoed bevindt. Het eerste kind stevent af op die ene rode auto en vervolgens wil ook het andere kind precies met die rode auto spelen – met als gevolg ruzie en tranen met tuiten. De moraal van dit verhaal: juist in het verlangen naar hetzelfde liggen conflict en geweld op de loer. Daarom is de erkenning van het verschil tussen het ik en de ander zo belangrijk. Maak van de ontmoeting met een ander geen ‘egologie’, waarschuwde de joodse filosoof Emmanuel Levinas, maar probeer de ander in zijn eigenheid te zien in plaats van hem of haar tot jezelf te herleiden. Het is een pleidooi voor het erkennen van de opaciteit van de ander, van zijn of haar ondoorzichtigheid. Hierin schuilt een aanklacht tegen Verlichtingsdenken, dat alles en iedereen wil doordringen, open en bloot wil leggen, ontsluieren. Zou hier een van de redenen kunnen liggen waarom er in West-Europa zo fel op een gesluierde vrouw gereageerd wordt en de boerka in de ban moet? Uiteraard ligt dit vraagstuk complexer, maar het is opvallend dat alles wat ondoorzichtig en geheimzinnig is als bedreiging wordt gezien; dat geldt niet alleen voor de boerka, maar ook voor religie.
Project W!J
Gelovig of niet, steeds meer mensen in Nederland vragen zich af waar bindende krachten in onze neoliberale samenleving te vinden zijn. Krachten die niet alleen op assertiviteit en zelfredzaamheid van de afzonderlijke burger inzetten, maar ook met de spirituele kant van het menszijn rekening houden, zoals de verbondenheid met de natuur en met mensen om je heen.
Er is een verlangen naar open vormen van spiritualiteit en de geborgenheid van een ‘nieuw wij’. In maatschappelijk opzicht wordt dit in de volgende vragen weerspiegeld: Hoe ziet een samenleving eruit waarin alle Nederlanders zich thuis kunnen voelen? Welke ingrediënten zijn nodig voor een ‘nieuw wij’ dat mensen met elkaar weet te verbinden en onderlinge verschillen vruchtbaar maakt?
Deze vragen gaven in de afgelopen jaren richting aan het onderzoek van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving (dsts.nl). Een groep wetenschappers, afkomstig van verschillende Nederlandse universiteiten, verrichtte interdisciplinair onderzoek naar voorwaarden en mogelijkheden van ‘een nieuw wij’ in Nederland. Parallel daaraan ging op 1 december 2008 het multimediale dialoogplatform nieuwwij.nl online. Een divers samengesteld website-team zorgt voor de content. Onderzoek en website vormden samen project W!J.7 Doel van dit alles was wij/zij-tegenstellingen tussen burgers in Nederland te helpen overbruggen, met name ook op levensbeschouwelijk terrein. Het onderzoeksprogramma werd na vier jaar afgerond.8 Het digitale platform werd wegens succes gecontinueerd. Het voorzag in de maatschappelijke behoefte aan betrouwbare informatie, inspiratie en interactie inzake levensbeschouwelijke vraagstukken. Inmiddels vinden zo’n 80.000 unieke bezoekers per maand de weg naar de site.
Op Nieuwwij.nl is geen kant-en-klaar recept voor een ‘nieuw wij’ te vinden, wel inspirerende ideeën, gesprekken, informatie en meningen over wat daarvoor nodig is. Het W!J-team vraagt het aan mensen op straat, in buurten, aan jongeren, aan laag- en hooggeleerden, aan bekende en minder bekende Nederlanders. Mensen en hun initiatieven waarvan we het bestaan niet kenden, komen in beeld. En ook de sceptici krijgen een stem. Project W!J is gericht op onderlinge communicatie. Het wil de uitwisseling bevorderen van visies op wat waardevol is en richting kan geven aan een nieuw W!J-land,9 waaraan alle Nederlanders mede vorm kunnen geven en hun talenten voor kunnen inzetten. Inmiddels zijn W!J-trainers opgeleid om scholen, bedrijven en andere maatschappelijke organisaties te ondersteunen bij het vormgeven van interlevensbeschouwelijke diversiteit.10
De islamwetenschapper Tariq Ramadan meent dat er een ‘revolutie in vertrouwen’ nodig is als remedie tegen de angst en de ontevredenheid, die Nederland op dit moment in een neerwaartse spiraal van negativiteit gevangenhoudt.11 Belangrijk daarvoor is onder andere een uitgewogen berichtgeving in de media. In de afgelopen jaren werd de beeldvorming over culturele en religieuze diversiteit m.i. te eenzijdig door slecht nieuws en incidenten bepaald. Is het dan verrassend, dat uit onderstaand onderzoek blijkt dat in alle onderstaande landen het aantal moslims (veel) hoger wordt ingeschat, dan het in werkelijkheid is?
Opnieuw blijkt dat woorden en beelden niet alleen een werkelijkheid weergeven maar ook creeëren.
Tot slot
Als religieuze en culturele diversiteit met identiteitsverlies en waardenrelativisme in verband worden gebracht en andere levensovertuigingen als een bedreiging voor de eigen identiteit worden gezien, is er weinig ruimte voor het totstandkomen van een ‘nieuw wij’. Onderlinge acceptatie en gelijkwaardigheid met behoud van verschillen zijn een voorwaarde voor het ontstaan van nieuwe duurzame verbindingen. Het motto ‘W!J – verbindt de verschillen’ onderstreept dit inzicht.
Noten en/of literatuur
1 Bernts, T. et al., God in Nederland 1966-2015, Ten Have (2016).
2 Kalsky, M. ʻReligiöse Flexibilität: eine Antwort auf kulturelle und religiöse Vielfaltʼ. In: Bernhardt, R. et al. (Hrsg.) Multiple religiöse Identität: aus verschiedenen religiösen Traditionen schöpfen. Beträge zu einer Theologie der Religionen, Band 5, Theologischer Verlag Zürich, 219-242 (2008).
3 Kalsky, M. et al. Flexibel geloven. Zingeving voorbij de grenzen van religies. Skandalon (2014).
4 Berghuijs J. ‘Multiple Religious Belonging in the Netherlands: An Empirical Approach to Hybrid Religiosity’. In: Open Theology 1 (2017) 3, 19-37.
5 Crul, M. et al., Superdiversiteit: een nieuwe visie op integratie. VU University Press (2013).
6 Elias, M. et al. (red.) Rond de crisis: reflecties vanuit de Girard Studiekring. Parthenon (2011).
7 Om duidelijk te maken dat het niet om een oud ‘wij’ gaat, maar om nieuwe manieren van gemeenschapsvorming, is voor de schrijfwijze W!J gekozen.
8 Bekkenkamp, J. et al. (red.) Als ik W!J word: nieuwe vormen van verbondenheid. Parthenon (2010); Verheijen, J. et al (red.) Onszelf voorbij: over de grenzen van verbondenheid. Parthenon (2011); Kalsky, M. (red.) Alsof ik thuis ben: samenleven in een land vol verschillen. Parthenon (2013).
9 Brandsma, B. et al. (red.) W!J-land: voorbij de bindingsangst. Ten Have (2009).
10 Zie: W!J leert, W!J werkt en W!J adviseert op www.nieuwwij.nl.
11 Ramadan, T. ‘Manifest for a New “We”. An Appeal to Western Muslims and Their Fellow Citizens’. In: Ramadan, T. What I believe, Oxford University Press, 123-133 (2010).
Manuela Kalsky is bijzonder hoogleraar op de Edward Schillebeeckx-leerstoel voor Theologie en Samenleving aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Tevens is zij directeur van het theologisch onderzoekscentrum van de Dominicanen in Nederland en het levensbeschouwelijke dialoogplatform Nieuwwij.nl.