Wat is de relatie tussen onze keuzes en onze vrije wil?
Voordat je een keuze maakt overweeg je al je opties, wikt en weegt de voor- en nadelen en de consequenties van elk van deze opties. De keuze die uiteindelijk wordt gemaakt, lijkt te worden bepaald door wat wij onze ‘vrije wil’ noemen. Zou je denken. Maar komen onze keuzes ook echt uit vrije wil voort, en hoe kunnen we ‘vrije wil’ eigenlijk definiëren?
Sommige wetenschappers geloven überhaupt niet in het bestaan van een vrije wil, zij zijn aanhangers van het hard determinisme. In essentie beweren zij dat ons gedrag volledig voortkomt uit natuurwetten, en dat het maken van keuzes niets meer is dan een stimulus-responsrepertoire.1, 3 Ons gedrag wordt volgens hen gestuurd door stimuli uit de omgeving, waarbij de respons afhangt van de sterkte van de stimulus. Wanneer je vaker wordt blootgesteld aan een stimulus, zal deze sneller een respons opwekken in je hersenen, waaruit dan een bepaalde keuze volgt.
Aan de andere kant zijn aanhangers van het compatibilisme van mening dat er in zekere zin sprake is van determinisme, maar dat dit volledig compatibel is, en hoort te zijn, met het concept van vrije wil.3 Immers, het opgeven van vrije wil betekent dat je niet verantwoordelijk gehouden kan worden voor jouw gedrag en keuzes. Problematisch voor de wetenschap én voor de huidige maatschappij, denk bijvoorbeeld aan het rechtssysteem: hoe kunnen mensen gestraft worden als ze niet verantwoordelijk zijn voor hun eigen keuzes en gedrag? Compatibilisten beweren dat het concept vrije wil voor altijd zal bestaan, en we ons beter kunnen focussen op het uitvinden hoe vrije wil werkt, in plaats van het bestaan ervan te ontkennen.3
Kortom, de discussie rondom vrije wil en de mogelijke rol die deze speelt in het bepalen van ons gedrag is volop gaande en ‘bewijs’ is er voorlopig nog niet. Maar het is wel interessant om eens te kijken hoever de inzichten zijn. Yaïr Pinto en Martijn Wokke wikken en wegen.
Yaïr: Zal ik een elektrische fiets kopen of gewoon een Amsterdamse omafiets en dan de rest van het geld in mijn vakantie stoppen? Ik zet alle voor- en nadelen bij elkaar en dan beslis ik.
Martijn: En dan beslis je. Jaja, dan heb je het idee dat je zélf hebt gekozen. Door erover na te denken. Maar al die meta-gedachtes maken nog niet dat je een vrije wil hebt, dat is een illusie!
Yaïr: Als ík die ene fiets wil, is dat míjn vrije wil. Niemand anders zegt dat ik die fiets moet kopen. Ik kan uit meerdere mogelijkheden kiezen, dus dan heb ik een vrije wil. Een robot of een computer heeft die niet. Een computer kan wel allerlei ingewikkelde berekeningen uitvoeren, maar op elk gegeven moment kan een computer feitelijk maar één ding doen, in die ene situatie. Kom op, Martijn, jij voelt toch ook intuïtief dat je op vele momenten in je leven echt uit meerdere opties kunnen kiezen? Of het nou om kleine of grote keuzes gaat. Dat idee heeft toch iedereen?
Martijn: Dat is natuurlijk fijn, het idee dat we uit meerdere opties kunnen kiezen, maar wie of wat zorgt ervoor dat je een bepaalde keuze kúnt maken? Welke factoren spelen hierbij de grootste rol? In jouw computervoorbeeld: in hoeverre zijn we niet zelf door onze ervaringen en genetische opmaak ‘geprogrammeerd’, zodat uiteindelijk elke keuze uiteindelijk voorspelbaar is? Dat wat wij ‘keuze’ noemen, het samenkomen is van allerlei informatie in onze hersenen, en het idee dat we dit intentioneel en ‘zelf’ doen, alleen maar naspel.
Yaïr: Mijn intuïtie is dat allerlei factoren, genen, omgeving, een rol spelen, dus in die zin een sterke neiging creëren, maar dat ikzelf uiteindelijk de knoop doorhak, de ene kant of de andere kant op. En mag ik het dan nog even omdraaien: als vrije keuze niet bestaat, waarom zijn we ons dan bewust van allerlei overwegingen? In jouw idee heb je een aantal inputfactoren, je noemt genen, omgeving, voorliggende keuze, en een complex algoritme dat vervolgens automatisch uitrekent wat de keuze wordt. In dat scenario voegt mijn ‘bewust’ zijn van de keuze niets toe, het zou net zo goed allemaal ‘in het donker’ kunnen plaatsvinden. Sterker nog, ik zou in principe een robot kunnen bouwen die exact de keuzes maakt die ik altijd zou maken, en dan kan ik zelf achteroverleunen en de hele dag gaan netflixen.
Martijn: Klinkt goed! Robots kunnen bepaalde keuzes nu al prima maken met behulp van complexe algoritmes. Misschien kunnen wij dat over twintig jaar ook. Lekker chillen. Ik denk dat we ons bewust worden van onze keuzes omdat we op die manier leren en ons gedrag beter kunnen aanpassen. Maar wat is er eerst? Volgens Libet4 gaat hersenactiviteit voor een bepaalde keuze vooraf aan de bewuste gewaarwording van deze keuze. Met andere woorden: je wordt je bewust van de keuze of een actie nadat deze al in gang is gezet in de hersenen. Victor Lamme noemt je hersenen een ‘babbelbox’.2
Yaïr: Oké, maar succesvol automatiseren bewijst nog niet dat er geen vrije keuze is. Het feit dat een gedeelte van ons gedrag automatisch en voorspelbaar is, wil niet zeggen dat al ons gedrag dat is. Libet kon betekenisloze keuzes voorspellen met 60% accuratesse; op een kans van 50%. Dit suggereert inderdaad dat je niet totaal vrij bent, maar niet totaal vrij is niet hetzelfde als totaal onvrij. Natuurlijk, mensen zijn zeker in bepaalde mate voorspelbaar, want hoe kun je anders bepaald gedrag bij anderen verwachten? Als iemand ineens totaal ‘out of character’ is in zijn gedrag, ga je je zorgen maken. Maar worden je eigen karakter en neigingen totaal gestuurd of heb je nog wat wiggle space? Ken je het artikel in Science uit 1984 over een onderzoek naar criminaliteit bij 13.000 veroordeelde criminelen die allemaal geadopteerd waren?6 Onderzocht werd in welke mate hun adoptieve dan wel hun biologische ouders crimineel gedrag hadden vertoond. Wat bleek? Bij kleine criminaliteit was er geen correlatie tussen adoptieouders en kinderen, slechts 10% van de variantie kon worden verklaard door de biologische ouders. Keken ze naar gewelddadige criminaliteit, dan was er geen correlatie tussen het gedrag van de criminelen en de adoptieouders, maar ook geen correlatie met het gedrag van de biologische ouders. Of iemand overgaat tot gewelddadige criminaliteit lijkt dus noch bepaald door de ouders die het kind opvoeden, noch door de genen. Een crimineel maakt dus wel degelijk zijn eigen keuzes! En als we het over criminaliteit hebben: is dat niet de basis van ons rechtssysteem? We gaan wezenlijk anders om met criminelen dan met zieke mensen, omdat we de eerste groep verwijtbaar vinden, maar de tweede niet. Zou jij dit willen omgooien?
Martijn: Onze intuïtie zegt ons dat een beslissing of een actie door onze intentie tot stand komt: we bedenken wat we willen en doen dat dan. Dit model is voornamelijk top-down gestuurd. Dit betekent dat complexere cognitieve processen onze lagere ‘simpelere’ processen aansturen. Als we terugzoeken in de hersenen zou je dus vanaf onze actie, de motor zeg maar, terug kunnen rekenen en ergens terechtkomen waar de intentie dan tot stand komt. Dit is niet heel aannemelijk.5 Een meer plausibel model is dat bepaalde acties op een lager niveau gefabriceerd worden en indien nodig door hogere, prefrontale, gebieden aangestuurd worden. Op deze manier hebben we dus geen ‘intentiegebied’, maar meer een dynamische interactie tussen verschillende niveaus van informatieverwerking. In dit interactieve proces wordt dan informatie gedeeld uit de directe omgeving met de informatie van wat er zich eerder heeft afgespeeld, onze eerdere ervaringen.
Yaïr: Oké, maar interacties in het brein vormen voor mij niet hetzelfde als de vrije wil. De cirkel is in die zin weer rond, want we komen uit waar we begonnen, namelijk wat is je opvatting van vrije wil? Als wij uit een verzameling deterministische functies, kleine robotjes of algoritmen of hoe je ze maar noemt, bestaan, hebben wij overduidelijk geen vrije wil. Elke actie van zo’n systeem ligt, gegeven de situatie, volledig vast. Anders gezegd: als je vrije wil gaat herdefiniëren in termen van bepaalde algoritmen, of interacties tussen algoritmen, dan zou je van een laptop ook kunnen zeggen dat hij of zij een ‘vrije wil’ heeft. Dat lijkt me een nodeloze inflatie van het woord. Voor mij is vrije wil dat je als persoon, in een gegeven situatie, echt meerdere opties hebt, en zelf bepaalt (zonder daarbij volledig aangestuurd te worden door externe factoren) wat je gaat doen. Ik zie het vraagstuk over de vrije wil dan ook als een clash van twee heel sterke intuïties: vrije wil versus materialisme.
Onze maatschappij is nu ingericht volgens het uitgangspunt dat onze vrije wil bestaat. Mocht vrije wil niet bestaan, dan moet er nogal wat veranderen. Dan kun je mensen niet meer aansprakelijk houden voor hun gedrag. Je kunt ze niet straffen of belonen voor hun gedrag, net zo min als we mensen nu straffen of belonen voor andere eigenschappen waar ze niets aan kunnen doen, zoals je afkomst, je omgeving, je genen. Ingewikkeld hoor.
Nou goed, laten we maar de vrije keuze maken om onze discussie af te ronden.
Martijn: Ja, bewijs is er nog niet, maar ik vind het super interessant om erover na te denken, erover te lezen en te praten met anderen. Ik ben echt benieuwd hoe nieuwe kennis over de vrije wil uit de psychologie en de neurowetenschap in de economie en het recht, bijvoorbeeld, de komende jaren gebruikt gaat worden.
Noten en/of literatuur
1. Lamme, V. A. F. (2008). Controle, vrije wil en andere kletskoek. Justitiële Verkenningen, 6(1), 6.
2. Lamme, V. (2011). De vrije wil bestaat niet. Prometheus.
3. Greene, J., & Cohen, J. (2004). For the law, neuroscience changes nothing and everything. Philosophical Transactions of the Royal Society B: Biological Sciences, 359(1451), 1775.
4. Libet, B., Gleason, C. A., Wright, E. W., & Pearl, D. K. (1983). ‘Time of conscious intention to act in relation to onset of cerebral activity (readiness-potential). Brain, 106(3), 623-642.
5. Koechlin, E., & Summerfield, C. (2007). An information theoretical approach to prefrontal executive function. Trends in cognitive sciences, 11(6), 229-235.
6. Mednick, S.A., Gabrielli W.F. jr, & Hutchings, B. (1984). Genetic influences in criminal conviction: evidence from an adoption cohort. Science, 25, 224 (4651), 891 – 894
Martijn Wokke doet op dit moment een postdoc aan de City University of New York. Hij onderzoekt hoe beslissingen tot stand komen en hoe we eigenlijk weten wat we aan het doen zijn (denken over ons denken: metacognitie). Voor zijn onderzoek gebruikt Martijn technieken als EEG, fMRI en TMS om hersenactiviteit te meten of te manipuleren, om zo te kunnen achterhalen welke hersenprocessen verantwoordelijk zijn voor ons beslisproces.
Yaïr Pinto werk aan de Universiteit van Amsterdam op het gebied van Cognitieve Psychologie. Zijn interessegebieden zijn visuele aandacht, visueel geheugen en visueel bewustzijn. Van deze onderwerpen is de laatste theoretisch gezien het lastigst. Waarom leiden de interacties van vele onbewuste deeltjes samen tot bewuste ervaringen? Voor zijn onderzoek maakt Yaïr gebruik van gedragstaken en breinmetingen (EEG en fMRI).