‘Beauty is around the eye of the beheld’

‘Beauty is around the eye of the beheld’

Door veroudering van het gelaat, een normaal fysiologisch proces, bestaande uit een combinatie van veroudering van de huid, het uitzakken van de weke delen en door volumeverandering (van zowel de vetverdeling als van het bot), verandert ook het gebied rondom de ogen (ref. 1, 2; zie ook Figuur 1A).


Figuur 1.
Foto’s vóór (A) en 6 maanden na (B) een bovenooglidcorrectie uitgevoerd volgens de BICO septoplastiek (ref 1 ). Er is een zeer natuurlijke aspectverbetering bereikt met duidelijk ‘frissere blik’.



Deze veroudering betekent ook onder andere veroudering van de huid van de bovenoogleden, die vervolgens op de wimpers kan gaan liggen of zelfs het zicht kan beperken. Eveneens kan de huid van de bovenoogleden extra uitgezakt lijken door ook het uitzakken van de wenkbrauwen en/of het voorhoofd, al dan niet extra door het voortdurend aanspannen van de boosheidspier (fors fronzen), waardoor de wenkbrauwen extra naar beneden getrokken worden en er nog meer huid van de bovenoogleden naar beneden gezakt lijkt te zijn (zie Figuur 2A).


Figuur 2.
Foto’s vóór (A) en 12 maanden na (B) een bovenooglidcorrectie gecombineerd met inkorten van het ooghefspiercomplex. Zie de enorme aspectverbetering (‘van relatief vermoeid aspect naar heldere frisse blik’).



Tot slot kan ook door veroudering van het hefspiercomplex van het bovenooglid het ooglid voor de pupil gaan hangen (zie Figuur 3A). Dit alles resulteert in een voor de directe sociale omgeving een vaak opgemerkte vermoeide, slome, niet frisse blik van de eigenaar. Daar heeft hij of zij zelf ook last van: een vermoeid gevoel, zwaar gevoel, tegen de oogleden aankijken, veel hoofdpijn en dan krijgt hij of zij vaak ook nog negatieve sociale opmerkingen. ‘Geen zin vandaag?’ ‘Heb je problemen?’


Figuur 3.
Foto’s vóór (A) en 6 maanden na (B) een bovenooglidcorrectie gecombineerd met inwendige wenkbrauwfixatie rechts en aanbrengen volume van de wenkbrauwregio bij een 37-jarige cliënte.



Het is dan ook niet voor niets dat een correctie van het bovenooglid ook een enorm goede impact heeft op al het bovenstaande: men heeft de eerder genoemde fysieke klachten niet meer en ziet er daarnaast ook direct beter uit – wat opgemerkt wordt door de direct nabije sociale omgeving: ‘Goh, wat zie je er goed uit’, ‘Nieuwe bril?’, ‘Op vakantie geweest?’ Ook de opmerkingen worden direct een stuk frisser van toon, optimistischer. (zie Figuren 1B en 2B). Mensen zien vaak al na een week, nadat de hechtingen van een bovenooglidcorrectie zijn verwijderd, dat er iets anders is, een duidelijk frissere blik, zonder dat men ziet dat er een operatie is geweest.

Dat iemand na een bovenooglidcorrectie een frissere blik heeft komt ook nog door iets anders: hoe we naar gezichten kijken en hoe we onszelf beleven. Het gezegde ‘Beauty is in the eye of the beholder’ geeft aan dat onze perceptie van schoonheid slechts een product is van onze geest en wordt bepaald door ons zogenaamd lichaamsbeeld (body image), dat kan verschillen per individu en ook nog door allerlei andere zaken wordt beïnvloed, zoals o.a. cultuurverschillen, geslacht, leeftijd, etniciteit en afkomst (ref. 3).

Bij nadere beschouwing en evaluatie van veel literatuur zou ik dit gezegde dan ook een twist willen geven: ‘Beauty is around the eye of the beheld’ oftewel: schoonheid van het gelaat wordt ook heel sterk bepaald door het gebied rond de ogen. Daarom hebben cosmetische behandelingen en operaties in het gebied rond de ogen, die de verschijnselen van veroudering aanpakken (zoals dus o.a. een bovenooglidcorrectie, volumeherstel van de wenkbrauw, maar ook de behandeling van de wallen van de onderoogleden), zo’n enorm effect op onze perceptie van de verbetering van het uiterlijk van een gezicht (zie resultaten in Figuren 1-3). De verklaring is dat dit gebied rond de ogen (en ook de lippen) het gebied is waar men het eerst en meest naar kijkt bij het zien van iemand (ref. 4, 5). Psychologen hebben dit in het verleden aangetoond door middel van zogenaamde ‘eye-tracking’-studies (Figuur 4). De ogen zijn een belangrijk steunpunt bij het onthouden en herkennen van gezichten (ref. 6).


Figuur 4.
Resultaat van een zogenaamde eye-trackingstudie. De zwarte lijnen laten zien hoe we naar een gezicht kijken: voor naar het centrale deel van het gelaat: rond de ogen en de mond.



Middels een studie hebben twee antropologen in de jaren tachtig aangetoond dat met name grote ogen, volle lippen en een gladde huid van het vrouwelijke gezicht wereldwijd mooi gevonden worden (ref. 7). Een gezicht wordt mooi en aantrekkelijk gevonden op basis van vooral het gebied rond de ogen en lippen.

Dat een bovenooglidcorrectie niet altijd tot de genoemde positieve effecten leidt (tegenwoordig worden ooglidcorrecties routinematig door zeer veel medisch specialisten en huisartsen uitgevoerd) komt doordat een groot aantal andere aspecten vergeten wordt in de bestaande problematiek rond de ogen en de veroudering eromheen. Technisch is het uitvoeren van alleen een huidreductie van de bovenoogleden om het zicht te verbeteren niet moeilijk (ref. 1). De aspecten die vergeten worden, zijn bijvoorbeeld: de wenkbrauwen en het voorhoofd kunnen te laag staan, waardoor dit eigenlijk eerst gecorrigeerd dient te worden middels een voorhoofdslift of wenkbrauwlift voor een optimaal cosmetisch resultaat (ref. 8). Door te veel fronsactiviteit kan er laagstand zijn van de wenkbrauwen en daardoor lijkt de mate van overhangende huid meer dan deze werkelijk is: simpel te corrigeren met een botox- behandeling. Daarnaast kan het uitvoeren van een ooglidcorrectie zonder vastgesteld te hebben of ook de hefspier wat uitgerekt is (ptosis palpebrae) leiden tot een wel verbeterd maar nog steeds bestaand ‘sloom en moe’-uiterlijk.

Alleen maar het weghalen van wat huid van de bovenoogleden om beter zicht te krijgen werkt natuurlijk meestal wel, maar alleen als de behandelaar rekening houdt met de bovenstaande aspecten leidt de ingreep tot een mooier, frisser en jonger gelaat, iets wat de gemiddelde cliënt die met het probleem van overhangende oogleden naar een kliniek komt toch op uit is.

Een optimaal frissere (en daarmee vaak jongere) blik na een bovenooglidcorrectie kan alleen bereikt worden bij die medisch specialist die al deze aspecten van veroudering rond het oog kent en ook goed kan behandelen (ref. 1, 2, 9-15).

Noten en/of literatuur

1. van der Lei B, Krabbe Timmerman IS, Cromheecke M, Hofer SOP. Bipolair Coagulation-assisted Orbital (BICO) Septo-Blepharoplasty: a retrospective analysis of a new fat-saving upper eyelid blepharoplasty technique. Ann Plast Surg 59: 263-267, 2007.

2. Hoorntje LE, van der Lei B, Stollenwerck GA, Kon M. Resecting orbicularis oculi muscle in upper eyelid blepharoplasty. A review of literature. J Plast Reconstruct Aesth Surg 63: 787-792, 2010.

3. Knoll BI, Attkiss KJ, Persing JA. The influence of forehead, brow, and periorbital aesthetics on perceived expression in the youthful face. J Plast Reconstr Surg 121(5): 1793-802, 2008.

4. Itier RJ, Alain C, Sedore K, McIntosh AR. Early face processing specificity: it’s in the eyes! J Cogn Neurosci 19(11): 1815 26, 2007.

5. Sekiguchi T. Individual differences in face memory and eye fixation patterns during face learning. Acta Psychol (Amst) 137(1): 1-9, 2011.

6. Blais C, Jack RE, Scheepers C, Fiset D, Caldara R. Culture shapes how we look at faces. PLoS One 3(8): e3022, 2008.

7. Jones D, Hill K. Criteria of facial attractiveness in five populations. Human Nature 4: 271-295, 1993.

8. Huijng M, van der Lei B. The gullwing mid-forehead lift. Ann Plast Surg 64: 713-717, 2010.

9. Pool SMW, van der Lei B. Sensibility of the upper eyelid skin after upper eyelid blepharoplasty: a prospective evaluation studies. J Plast Reconstr Aesthet Surg 67: 1000-2, 2014.

10. Huijing MA, van der Palen J, van der Lei B. Observations of the effect of upper eyelid blepharoplasty on eyebrow position in a consecutive series of patients. J Plast Reconstr Aesthet Surg 67: 1242-1247, 2014.

11. Pool SMW, Krabbe Timmerman IS, Cromheecke M, van der Lei B. Improved upper blepharoplasty outcome using an internal intradermal suture technique: a prospective randomized study. J Dermatology Surgery 41(2): 246-249, 2015.

12. Pool SMW, van der Lei B. Asymmetry in upper blepharoplasty: a retrospective evaluation study of 365 bilateral upper blepharoplasties conducted between January 2004 and December 2013. J Plast Reconstruct Aestht Surg 68 (4): 464-468, 2015.

13. Pool SMW, Exsel van DCE, Melenhorts WBWH, Cromheecke M, van der Lei B. The effect of eyelid cooling on pain, edema, erythema and hematoma after upper blepharoplasty: a randomized controlled observer-blinded evaluation study. J Plast Reconstruct Surg 135(2): 277e – 281e, 2015.

14. Pool SMW, Struys MMRF, van der Lei B. Comparison of pain on stunning of the upper eyelid skin in upper blepharoplasty with lidocaine versus prilocaine: a randomized double-blinded crossover study. J Plast Reconstruct Aestht Surg 68(9): 1242-7, 2015.

15. Exsel DCE van, Pool SMW, Edens MA, van der Lei B, Uchelen JH van, Melenhorst WBWH. Arnica ointment 10% does not improve upper blepharoplasty outcome: a randomized placebo-controlled trial. J Plast Reconstruct Surg 138(1): 66-73, 2016.

Berend van der Lei

 

Berend van der Lei is plastisch chirurg en hoogleraar cosmetische plastische chirurgie. Hij is verbonden aan de Universiteit en het Universitair Medisch Centrum Groningen en aan Bergman Clinics.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *