Wiskundig daten – oftewel: hoe vinden Alice en Bob elkaar?
Alice en Bob zijn overtuigd door de reclames van Parship, E-Matching en Tinder: het hebben van een partner maakt hen vast een stuk gelukkiger. Maar hoe vinden ze hun ideale partner in het overweldigende aanbod? Hoe ‘weet’ Bob wie zijn Alice is? Is daar niet wat slimme wiskunde op toe te passen? Laat je overtuigen door onderstaande wiskundige oplossingen voor de vragen 1) wanneer je moet ophouden met zoeken en settelen met je huidige partner, 2) welke zoekstrategie je het beste kunt hanteren, en 3) wat de waarde is van een optimaal online datingprofiel.
Bob stort zich op de eerste vraag: bestaat er een wiskundige formule die hem leert hoeveel partners hij moet ‘testen’ voordat hij zeker weet dat hij ‘de beste’, Alice, heeft van wat de markt hem te bieden heeft? Gelukkig voor hem werd dit vraagstuk al in 1960 beantwoord door de Amerikaanse wetenschapsjournalist Martin Gardner 1, in de kansberekening thans bekend als het ‘Secretaresseprobleem’. Er is een vacature voor een secretaresse, het aantal sollicitanten is bekend. Ze komen individueel in willekeurige volgorde achter elkaar binnen voor het sollicitatiegesprek. Het enige wat de werkgever moet doen is de beste secretaresse kiezen. Die beslissing moet hij meteen na elk gesprek nemen en een afgewezen sollicitant kan niet opnieuw worden opgeroepen. Een soort knock-outsysteem dus. De werkgever heeft natuurlijk geen idee van de kwaliteit van de sollicitanten die hem nog te wachten staan, dus hoe weet hij of zij wanneer hij moet stoppen met zoeken omdat hij de beste secretaresse gevonden heeft?
Fantastisch! Bob heeft een wiskundig model gevonden voor het kiezen van zijn Alice.De cijfers vertellen hem dat de beste strategie is om de eerste 37% van de kandidaten te proberen, en vervolgens de eerstvolgende kandidaat te kiezen die beter is dan alle voorgaande. 37% van alle mogelijke partners proberen, toetsen aan zijn criteria, en ze een waarde toekennen. De eerstvolgende dame die een hogere waarde heeft dan de hoogste waarde die Bob tot dan toe heeft toegekend, moet Alice zijn. Helaas, de Secretaressemethode blijkt slechts te werken in 1/3 van alle gevallen om de allerbeste partner te vinden. Daarnaast blijkt dat als er 100 kandidaten zijn en de 37%-regel wordt toegepast, je gemiddeld pas zal kiezen voor partner nr. 74. Dat schiet dus niet op.
Alice weet dat het echte leven wat ingewikkelder is dan Bobs Secretaresseprobleem, want hoe weet je nou wat 37% van het aanbod is? De wereld is met internet veel groter dan het overzichtelijk aantal singles in je directe omgeving. Wiskundigen hebben dit ook bedacht, en Alice kiest dan ook voor hun aangepaste model: de potentiële partnermarkt wordt vergroot naar onrealistisch grote aantallen, en er wordt aangenomen dat we ook gelukkig zijn met een partner die bij de beste 10 procent zit.2 Verrassend genoeg blijken deze aanpassingen van het model voordelig voor Alice uit te vallen: ongeacht het aanbod kan ze na het daten met 12 partners met een gerust hart de volgende partner kiezen met een hogere partnerwaarde dan die ze tot dan toe is tegengekomen. (En voor het geval ze er alleen op uit is om niet met de belabberde onderste 25% te eindigen: je hebt na het proberen van 2 partners eigenlijk al genoeg informatie vergaard.)
Bob realiseert zich echter dat toekomstige partners zich niet eenvoudig een voor een na elkaar in een rijtje aan hem komen presenteren. In zijn levendige sociaal milieu komt hij steeds nieuwe potentiële partners tegen, ook als hij op dat moment al een partner aan het ‘uitproberen’ is. Bob heeft dan meer aan modellen van gedragsonderzoek naar ‘de optimale partner-wisselstrategie in een continue veranderende sociale omgeving’.3 In dit onderzoek wordt de dynamiek gesimuleerd van een groep individuen bestaande uit alleenstaanden en paartjes met allemaal een verschillende partnerkwaliteit, die elkaar random tegenkomen. Alle deelnemers, met of zonder een relatie, konden met elkaar flirten, en er daarna voor kiezen om een (nieuwe) relatie aan te gaan of bij de huidige partner te blijven.
En wat blijkt? Het flirtproces is gelijk aan het beklimmen van een ‘kwaliteitsladder’. De geteste partnerwisselstrategieën kennen twee versies: de rationele strategie en de wisselstrategie. Beide blijken vooral nuttig als je een partner hebt met een relatief lage partnerkwaliteit. Bob kiest ervoor om de ‘rationele’ strategie uit te proberen: je bepaalt een minimale kwaliteitswaarde waaraan jouw partner moet voldoen. Is deze partner eenmaal gevonden, dan wordt er niet meer gewisseld (tenzij je zelf gedumpt wordt natuurlijk). De gewenste partnerwaarde is gebaseerd op de waardes van de partners met wie je met succes hebt geflirt. Oftewel: Je probeert uit te vinden wat de hoogste trede is waarop je nog met succes partners kunt verleiden, waarbij je je eigen intrinsieke partnerwaarde in het oog houdt. Helaas voor Bob is dit de minst voordelige strategie, zeker in een snel veranderend sociaal milieu. In zo’n omgeving worden de rationelen namelijk te kieskeurig en duurt het te lang voordat ze hun beoogde partnerwaarde realistisch naar beneden bijstellen.
Vandaar dat Alice ervoor kiest om de ‘wisselstrategie’ uit te proberen: daarbij richt je je volledig op de partners’ waarde. Je houdt vast aan die partner, tenzij er iets leuks voorbijkomt met een hogere kwaliteit dan met wie je al bent. Na een succesvolle (korte) flirt wordt er dan van partner gewisseld. Helaas is ook deze strategie niet optimaal, want je moet onderaan de ‘flirt’ladder beginnen en hopen dat er continu beschikbare nieuwe partners zijn.
Bob komt tot de beste strategie, een mix van beide: je bepaalt een beoogde partnerkwaliteit en vermijdt flirts die hieraan niet voldoen, maar je bent ook niet te kieskeurig voor het aangaan van de eerste (voor rationelen definitieve) relatie omdat je later altijd nog de mogelijkheid hebt om van partner te wisselen.
Dan is er nog maar één hobbel te gaan: in hoeverre is de partnerkwaliteit van de ander zijn of haar ‘echte’ kwaliteit? De perceptie van partnerkwaliteit kan natuurlijk gemanipuleerd worden. Dus dan wordt de vraag: hoe kun je jezelf profileren als een partner van hoge kwaliteit? Alice vindt het antwoord bij de makers van OkCupid, die wat statistieken loslieten op de aantrekkelijkheid van hun vrouwelijke gebruikers.4 Ze laten zien dat de ‘manier’ waarop een vrouw aantrekkelijk wordt gevonden, bepalend is voor de hoeveelheid aandacht die ze krijgt. Je hebt kennelijk vrouwen die door iedereen wel aantrekkelijk worden gevonden, en je hebt vrouwen die voor sommige mannen extreem aantrekkelijk zijn en voor anderen juist helemaal niet. En deze laatste groep vrouwen krijgt de meeste berichten. Bingo! Oftewel: Alice vindt ‘haar’ Bob als ze ervoor zorgt dat de variatie in reacties die ze oproept maximaal is. Dus, Alice, ga juist niet voor de meest standaard cute of sexy pose op je foto’s, maar leg de nadruk op iets waarvan je weet dat sommige mensen het juist niet aantrekkelijk vinden, accentueer iets wat jou anders maakt dan de rest. Voor inspiratie moet ze de TEDTalk van Amy Webb genaamd ‘How I hacked online dating’ maar eens bekijken.5
Alice meets Bob dankzij wiskundige trucjes om hun kans van slagen te vergroten: ‘probeer’ 12 partners voordat je je uiteindelijke partner kiest, om er zeker van te zijn dat je een partner uit de top 10% aan de haak slaat. Gebruik een mixstrategie door relatief snel relaties aan te gaan met partners die voldoen aan je minimale eisen, en blijf bij deze partner totdat er een ‘betere’ voorbij komt waarvan je denkt dat je een goede kans hebt om hiermee een succesvollere relatie aan te gaan. Plaats een verrassend online datingprofiel met foto’s en teksten waarmee je je profileert als een partner van hoge kwaliteit. Succesvol daten = wiskundige trucjes. De vraag of dat gewenst is, kun je helaas niet met wiskunde oplossen.
Gebaseerd op een uitzending van Eureka: ‘Hoe vind ik de ideale partner’, 24-10-2013.
Noten
1 Ferguson (1989) ‘Who solved the Secretary Problem?’ in: Statistical Science, Vol. 4, No. 3, pp. 282-289.
2 Todd (1997) ‘Searching for the next best mate.’ in: Conte, R., R. Hegselmann, P. Tierna (eds.) Lecture Notes in Economics and Mathematical Systems. Simulating social phenomena., pp. 419-436.
3 Simão & Todd (2002) ‘Modelling Mate Choice’ in Monogamous Mating Systems with Courtship, International Society for Adaptive Behavior, Vol 10(2), pp. 113-136.
4 Rudder, Chr. “The Mathematics of Beauty.” op: OkTrends. Dating research from OkCupid. (website)
5 Webb, A. “How I hacked online dating.” op: TED.com (website)
Hedwig heeft na het afronden van haar Master Ecology & Evolution besloten om studenten te onderwijzen in de fascinerende wereld van de statistiek, voornamelijk omdat ze zelf nooit veel snapte van deze wonderbaarlijke cijferwereld. Tegenwoordig is ze een freelance science writer om de resultaten van wetenschappers over te dragen op het brede publiek. Daarnaast wordt ze getraind als editorial assistent bij Frontiers in Lausanne, om onderzoekers te ondersteunen in het verspreiden van hun wetenschappelijke resultaten onder hun vakgenoten.