Interdisciplinair studeren
Een onderwijsvisie om studenten weer te motiveren
Het woord ‘interdisciplinair’ is relatief nieuw, maar het wordt nu al veel gebruikt in reclamebrochures en beleidsplannen. De Universiteit van Amsterdam laat zien dat ze dit begrip belangrijk vindt, door ‘interdisciplinariteit’ als thema voor het academisch jaar 2003-2004 te kiezen. In deze tekst zal ik eerst een inventarisatie maken van de huidige mogelijkheden om interdisciplinair te studeren aan de UvA. Daarna presenteer ik een onderwijsvisie waarin interdisciplinair studeren voor iedereen mogelijk is en die het onderwijs uitdagender maakt.
Interdisciplinair studeren op dit moment
Aan de Universiteit van Amsterdam bestaan verschillende mogelijkheden voor een student om zijn of haar studiepad te verbreden. Een student kan losse keuzevakken volgen buiten de eigen discipline, maar ook een complete minor doen bij een andere opleiding. Iedere opleiding kent tegenwoordig een dergelijke keuzeruimte, al kan die per opleiding verschillen in grootte. Het volgen van keuzevakken biedt de student voornamelijk disciplinaire verbreding en algemene academische ontwikkeling. Het is niet gericht op interdisciplinariteit.
Er wordt pas een interdisciplinaire stap gezet bij de brede bachelors en interdisciplinaire programma’s die de universiteit aanbiedt. De meeste hiervan zijn zeer recentelijk ontwikkeld. Andere worden zelfs op dit moment nog ontworpen. Veelal worden bestaande disciplines vanuit een nieuw perspectief met elkaar gecombineerd. Ik denk hier aan de bachelor Psychobiologie, de master Cognitive Sciences en de master Cultural Analysis. Een tweede interdisciplinaire stap wordt gemaakt bij een programma als de Bèta Gamma Bachelor. De student mag zelf binnen een begeleid programma verschillende disciplines combineren tot een studieprogramma. Bij deze bachelor wordt een combinatie van sociale en exacte wetenschappen gepropageerd, waardoor de student gedwongen wordt naar de wereld te kijken vanuit verschillende perspectieven.
Verbreding van een disciplinair studiepad is op dit moment in principe mogelijk voor studenten van alle opleidingen. Interdisciplinair studeren daarentegen is slechts mogelijk voor het selecte aantal studenten dat een interdisciplinair programma volgt. Uit het succes van deze relatief onbekende programma’s blijkt dat er behoefte is aan nieuwe combinaties van disciplines. Het is alleen onmogelijk om van alle interessante combinaties levensvatbare opleidingen te maken. Ik zie hier de noodzaak voor een andere oplossing, waarbij interdisciplinair studeren voor iedereen mogelijk wordt. In een academisch jaar met als thema interdisciplinariteit, zou dit voorstel serieus overwogen moeten worden.
De twee kanten van onderwijs
De huidige constructie van het onderwijs biedt voldoende mogelijkheden om interdisciplinair studeren voor iedereen mogelijk te maken. De invulling van deze constructie moet alleen op enkele punten worden aangepast. Terwijl alle studenten individuen zijn met ieder een eigen interesse, wordt de inhoud van een vak meestal bepaald door de docent en wordt het programma van een opleiding in principe ingericht door de curriculumcommissie. Een veel gehoorde klacht van studenten is dan ook dat hun opleiding niet uitdagend genoeg is. Tegelijkertijd is er de klacht van de docenten dat studenten niet gemotiveerd zijn en dat ze te weinig inzet tonen voor hun opleiding. De meest eenvoudige oplossing is volgens mij dat de universiteit aan de student vraagt wat hij of zij wil doen, zowel binnen een vak als bij de samenstelling van zijn studieprogramma. Wanneer een student op deze wijze samen met zijn docent en studiebegeleider zijn studieprogramma zou kunnen ontwerpen vanuit één of meer disciplines, wordt hem direct de mogelijkheid geboden om interdisciplinair te studeren.
Je zou kunnen zeggen dat onderwijs de vorm moet hebben van een dialoog. Aan de ene kant stellen de docent en studiebegeleider eisen aan de kwaliteit van de vakken en het studieprogramma, met als resultaat dat van de student wordt gevraagd kwalitatief goede prestaties af te leveren. Aan de andere kant moet de student de gelegenheid worden geboden zich te ontplooien naar zijn interesse. Om dit te kunnen realiseren moeten een docent en een studiebegeleider hem of haar de mogelijkheden bieden die binnen hun bereik liggen. Op deze manier neemt de universiteit studenten serieus als individuen, waardoor studenten ook serieuzer met hun opleiding zullen omgaan. In plaats van een neerwaartse spiraal waarbij de regels steeds moeten worden aangescherpt, zou je in dit geval kunnen spreken van een self-fullfilling prophesy door samenwerking en vertrouwen. Wanneer een docent zijn vertrouwen toont in een student, zal de student dit vertrouwen sneller waarmaken en meer inzet tonen. Als gevolg daarvan zal de docent zich op zijn beurt meer willen inzetten voor een student.
Voor de mogelijkheid van interdisciplinair studeren zijn geen nieuwe functies of organen nodig. Wel zullen de taken van een docent, een studiebegeleider of -adviseur en een examencommissie opnieuw geformuleerd moeten worden. Een docent moet ook met studenten in gesprek gaan. In de werkcolleges zal de focus verschuiven van uitleg alleen naar uitleg en overleg, waarbij de docent meer open zal moeten staan voor de suggesties van studenten. Een studiebegeleider moet goed op de hoogte zijn van het cursusaanbod van andere disciplines, want deze begeleider zal een student aan de hand van de individuele interesse moeten kunnen begeleiden in het ontwerpen van een geschikt studieprogramma. Een examencommissie zal overleg moeten plegen met andere examencommissies over de goedkeuring van een studieprogramma en zal op de hoogte moeten zijn van de aangrenzende vakgebieden.
De moeite waard
De hierboven genoemde verschuiving van strikt monodisciplinair onderwijs naar de mogelijkheid van interdisciplinair studeren is een verandering in onderwijscultuur. Dit betekent overigens niet dat monodisciplinair studeren niet meer mogelijk is. In tegendeel, een student kan er nog steeds voor kiezen om alleen vakken te volgen binnen het aanbod van één opleiding. Ik denk dat veel studenten hier ook behoefte aan zullen hebben en voor hen verandert er in wezen niets, terwijl andere studenten, die wel behoefte hebben aan een opleiding op maat gemaakt, nu eindelijk kunnen studeren op een manier die bij hun past. Hiervoor zullen zowel de student als de docent op sommige momenten een beetje extra inspanning moeten leveren, maar ik geloof dat dat de moeite waard is. Beide zullen méér voldoening halen uit een gezonde dialoog, dan uit politietje spelen. De mogelijkheid van interdisciplinair studeren is volgens mij de oplossing voor de toekomst!
Arno Verweij heeft de Bèta Gamma Propedeuse gedaan en studeert nu kunstmatige intelligentie en filosofie