In ons nieuwste nummer staat verandering centraal. Zeer concrete, aanwijsbare veranderingen, ontwikkelingen waar we zelf het initiatief toe nemen, maar ook stapsgewijze, zeer trage aanpassingen aan de omgeving.
Menno Wiegman beschrijft hoe de negentiende-eeuwse wetenschapper Hermanus Hartogh Heijs van Zouteveen de evolutietheorie van Darwin omarmde en verspreidde in Nederland. Iris Groen en Sjoert van Velzen vragen zich af of er wat betreft het ontstaan van het heelal niet vanuit kosmologische hoek iets te zeggen is vóór Intelligent Design. In de ontwikkeling naar duurzamere gewassen blijken volgens Jeroen Melief diverse betrokkenen verschillende definities van de term duurzaamheid te hanteren.
De mens ontwikkelt voortdurend. Een mens ondervindt in zijn eigen leven verandering, maar is ook een product van evolutie. Annemie Ploeger onderzoekt of mutaties in het vroege ‘fylotypische’ stadium van het embryo gevolgen hebben voor de geestesgesteldheid van de mens op latere leeftijd. Jelle Zuidema gaat in op diverse theorieën over de ontwikkeling van taal sinds de prehistorie. Aan de hand van oorsprongsverhalen in diverse culturen toont Mineke Schipper aan dat globalisering eigenlijk van alle tijden is. Sabrina Verbeek laat zien dat ons beeld van het monster, in dit geval de vampier, door de tijd heen met de mens mee ontwikkelt.
De laatste vijftig jaar lijkt er in het Westen een versnelling van maatschappelijke ontwikkelingen te zijn. Na de tentoonstelling ‘The Sixties’ vraagt Jetske van Heemstra zich af of het revolutionaire ‘taboe doorbreken’ van de jaren zestig ook vandaag de dag nog leeft. Maud Dahmen beschrijft naar aanleiding van de expositie ‘Che! Een commerciële revolutie’ hoe de wereldberoemde foto van de revolutionair Che Guevara door commercie langzaam zijn betekenis verliest.
Evolutie en revolutie komen soms samen: binnen de kunstmatige intelligentie probeert men evolutie te simuleren om wetenschappelijke problemen op te lossen. Ella Keizer laat een overzicht zien van hoe men in Artificial life kan spelen met het concept van leven. Mark Kooijman past genetische algoritme, de rekenmethode die voortplanting in de natuur nabootst, toe op een wiskundig probleem.
Wij wensen u veel leesplezier.
de redactie
Dat Charles Darwin met de introductie van zijn evolutietheorie grote veranderingen teweeg heeft gebracht in het wetenschappelijk denken is algemeen bekend. Minder weten we over hoe zijn boek toentertijd werd ontvangen. Omdat we weten dat de evolutietheorie tot op de dag van vandaag controversieel is, is het wellicht verleidelijk te denken dat het publiek in die tijd, wellicht onder invloed van de kerk, niet klaar was voor zijn werk. Dit beeld is echter onjuist: ook in die tijd waren er mensen buiten de Britse wetenschappelijke upperclass die overtuigd werden door Darwins evolutietheorie. Een voorbeeld hiervan was de Nederlander Hartogh Heijs van Zouteveen, die niet alleen vertalingen van Darwins werk verzorgde, maar zijn theorie ook op andere gebieden trachtte toe te passen en te verspreiden. Aan de hand van zijn gepubliceerde werk bespreekt Menno Wiegman hier hoe Hartogh Heijs te werk ging, welke obstakels hij op zijn weg tegenkwam en hoe hij heeft bijgedragen aan de verspreiding van Darwins ideeën.
Read more