Column: Waarom studeren in het buitenland?
Waarom zou ik naar Engeland gaan om in het derde jaar van mijn universitaire loopbaan daar een half jaar te gaan studeren, zonder woning, zonder onvoorwaardelijke toelating tot de Universiteit van Birmingham en zonder kaart van die stad? Eigenwijs? Begin januari 2014 stapte ik toch in het vliegtuig, na op Google oneindig veel hits te hebben gevonden op: ‘Redenen om te gaan studeren in het buitenland’. Ik zou zelfstandiger worden, het is goed voor je taalontwikkeling, je maakt kennis met andere culturen, het biedt academische uitdaging, het is een waardevolle aanvulling op je cv, enzovoorts. Een simpele overweging is het niet voor veel studenten; zo blijkt dat de intentie achter de keuze om te gaan studeren in het buitenland een complexe combinatie is van verschillende factoren als sociaaleconomische status, initiële sociale vaardigheden en culturele interesse.1
Goed begin, maar niet heus. Na de eerste dagen, die voornamelijk bestonden uit volledige desoriëntatie zonder kaart, het vinden van een woning (wat aanzienlijk makkelijk blijkt vergeleken met Amsterdam. Halleluja!) en ervoor zorgen dat ik überhaupt kon studeren aan de universiteit, begint het dan toch echt tot me door te dringen dat ik volledig op mezelf ben aangewezen. Niets is minder waar: het wemelt aan de Universiteit van Birmingham van de internationale studenten, stuk voor stuk even sociaal, geïnteresseerd en gezellig. De impact van een mogelijke cultuurshock, en gevoelens van eenzaamheid en moeizame psychologische aanpassing die daar normaliter vaak bij gepaard gaan,2 was dan ook geheel afwezig. Dit zou echter ook kunnen komen doordat de Engelse cultuur niet erg verschilt van de Nederlandse cultuur, wat aanpassen in een ander land over het algemeen een stuk makkelijker maakt.3 Een andere mogelijkheid is het brede scala aan alcoholische versnaperingen die Engeland biedt, en het feit dat ze vrijwel altijd worden geschonken in halve liters.
De meest opvallende ontwikkeling tijdens mijn periode in Birmingham was op het gebied van de Engelse taal. Waar menig Nederlander toch wel bovengemiddeld Engels spreekt, kon ik mezelf absoluut niet onder deze groep scharen. Mijn vocabulaire was dramatisch, om maar niet te beginnen over mijn uitspraak. Eenmaal in Engeland was het onvermijdelijk: het begon met een hoop gestotter, klotsende oksels en gênante versprekingen, maar de progressie was opzienbarend. Het schijnt dat significante verbeteringen in taalvaardigheid minstens een jaar in het buitenland vereisen,4 maar ik denk dat er uitzonderingen bestaan. Wat overigens nog wel een goede tip is voor studenten die onzeker zijn over hun Engelse taalvaardigheid: ga met Fransen om. Dit plaatst alles in perspectief. No offense, maar het feit dat ze de ‘h’ weglaten zorgt echt voor de meest hilarische miscommunicaties.
Ik zou nog eindeloos door kunnen schrijven over mijn ervaring in het buitenland, maar het zelf ervaren is absoluut zoveel meer dan alle redenen die Google presenteert. Cliché dus, maar waar: gewoon gaan!
Noten en/of literatuur
1. Salisbury, M. H., Umbach, P. D., Paulsen, M. B., & Pascarella, E. T. (2009). ‘Going global: Understanding the choice process of the intent to study abroad’. Research in higher education, 50(2), 119-143.
2. Oberg, K. (1960). ‘Cultural shock: Adjustment to new cultural environments’. Practical anthropology, 7(4), 177-182.
3. Suanet, I., & Van de Vijver, F. J. (2009). ‘Perceived cultural distance and acculturation among exchange students in Russia’. Journal of Community & Applied Social Psychology, 19(3), 182-197.
4. Dwyer, M. M. (2004). ‘More is better: The impact of study abroad program duration’. Frontiers: The interdisciplinary journal of study abroad, 10, 151-163.
Merel Spaander is algemeen redactielid van Blind. Momenteel is zij bezig met haar masters in Brain & Cognitive Sciences en Gezondheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam. Haar interesse voor privacy en databescherming binnen de gezondheidszorg werd gewekt tijdens één van de vakken van Gezondheidsrecht.